'Dyslexie is het gevolg van slecht onderwijs' : een reactie vanuit de LBRT
Op 9 februari ’17 was het voorpaginanieuws ‘Dyslexie is het gevolg van slecht onderwijs’, een bericht dat velen in beroering bracht; bij de NOS kwamen onderzoekers aan het woord, maar ook vertegenwoordigers van het Nationaal Kwaliteitsinstituut Dyslexie, belangenvereniging Impuls & Woortblind en dyslectici zelf.
De zorg over dyslexie met de ogenschijnlijke willekeur bij de afgifte van dyslexieverklaringen, de onduidelijkheid over de criteria en de toename van het aantal verklaringen heeft in Nederland al geruime tijd de aandacht.
In februari 2016 veroorzaakte een uitzending van RAMBAM de eerste onrust, omdat daar de indruk werd gewekt dat dyslexieverklaringen soms wel erg gemakkelijk werden afgegeven. Reden voor het Ministerie van Onderwijs om deze situatie onder de loep te nemen.
Uit nader onderzoek kwam naar voren dat bij 30 procent van de scholen in het basisonderwijs 10-19 procent van de leerlingen de eindtoets deed met een dyslexieverklaring. Ook had op 40 procent van de vmbo-scholen 20 procent van de eindexamenleerlingen zo’n verklaring. Eind vorig jaar uitten minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker hun zorgen over deze getallen.
Vanuit het Ministerie van Onderwijs zijn inmiddels maatregelen genomen, zoals het sturen van checklists aan scholen en het voeren van gesprekken met beroepsgroepen over duidelijkere richtlijnen voor de diagnose.
Met de berichtgeving van 9 februari jl. wordt de focus verlegd naar de kwaliteit van het onderwijs. Dyslexiehoogleraar Anna Bosman komt met haar onderzoek maar tot één conclusie: dyslexie is een gevolg van slecht onderwijs en het feit dat er te weinig geoefend wordt. En in deze conclusie wordt zij gesteund door Kees Vernooy, een autoriteit op het gebied van lees- en taalonderwijs en Ben Maassen, hoogleraar dyslexie aan de RU Groningen.
De onderzoekers concluderen dat er binnen het onderwijs te weinig geoefend wordt voor taal, lezen en het automatiseren van de tafels, maar een concrete oplossing voor dit probleem geven zij niet.
De Landelijke Beroepsvereniging Remedial Teachers (LBRT) maakt zich al langere tijd zorgen over het ontbreken van passende ondersteuning op het gebied van lezen en spellen binnen het onderwijs, zowel voor de dyslectische als ook voor de taalzwakke leerlingen.
De remedial teacher is in veel scholen wegbezuinigd en daarmee is de specifieke kennis van taalonderwijs en de evidence-based begeleidingsmogelijkheden voor lezen en/of spellen grotendeels verdwenen. Aanvullende ondersteuning kan alleen nog worden geboden door extra inzet van de leerkracht. Specialistische ondersteuning, volledig afgestemd op de individuele leerling vinden we vandaag de dag nauwelijks nog binnen de school. Ouders zoeken hun toevlucht buiten de school tot particulieren. Een situatie die verre van ideaal is.
De LBRT pleit voor een terugkeer van de remedial teacher in de school. Deze remedial teacher beschikt over de juiste opleiding en heeft de LBRT-beroepsregistratie. Met zijn/haar kennis van de Protocollen voor leesproblemen en dyslexie is hij/zij dè specialist om problemen verder te onderzoeken, helder in kaart te brengen en om in samenspraak met de leerkracht en de ouders te komen tot een begeleidingsplan dat afgestemd is op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. De remedial teacher draagt bij tot een kwalitatieve uitvoering van die begeleiding met effectieve instructie en oefening. Ook in de voorlichting aan de ouders kan de remedial teacher een belangrijke rol vervullen.
Om inzicht te geven in de kwalificaties van de remedial teacher wat betreft opleiding, registratie en inzetbaarheid in de school heeft de LBRT een factsheet ontwikkeld.