Het aantal dyslexieverklaringen in het basisonderwijs is te hoog (Inspectie van het Onderwijs, 2019): op de onderzochte scholen heeft 7,5 procent van de leerlingen een dyslexieverklaring, terwijl de geschatte prevalentie van dyslexie 3,6 procent is (Blomert, 2005). Aan het eind van het voortgezet onderwijs is dit aantal zelfs gestegen tot 14 procent. Naar aanleiding hiervan is er veel discussie over de kwaliteit van het lees- en spellingonderwijs en de florerende markt van aanbieders van dyslexiezorg. In het debat voeren meningen en emoties steeds meer de boventoon. Constructiever is het om te kijken wat er in de praktijk gebeurt, wat goed gaat en de kennis die voorhanden is uit onderzoek (nog beter) te benutten in de onderwijspraktijk. Met dit uitgangspunt geven we hierna een pleidooi voor een - onderbouwde - preventieve aanpak in het lees- en spellingonderwijs, waarbij de remedial teacher een belangrijke rol kan spelen. De remedial teacher is veel meer dan een extra leerkracht (Kroesbergen en Bosman, 2021); een rt’er is gespecialiseerd in de ondersteuning van leerproblemen en -stoornissen, en in de huidige praktijk de expert die ingezet wordt - of (weer) zou moeten worden - bij de verschillende ondersteuningsniveaus.
Benieuwd naar de rest van dit artikel?
Deze content is onderdeel van een editie. Maak een keuze: