Onlangs nam ik deel aan een studiedag existentiële filosofie. In een workshop autobiografisch schrijven werd ik uitgenodigd een verhaaltje te schrijven over mezelf als schoolgaand kind. Ik schreef: ‘Ik liep in het park op weg naar school. In de vroege zon zag ik de rode dakpannen van de school glinsteren. [...] In de klas zittend zag ik een onbekende man binnenkomen. De meester vertelde dat hij op onze school kwam kijken, omdat “wij een voorbeeldschool zijn”. Hij liep rond en sprak met ons. Ook mij sprak hij aan. Ik voelde me gehoord!’
Benieuwd naar de rest van dit artikel?
Deze content is onderdeel van een editie. Maak een keuze: