In dit artikel vullen we ‘terug naar de basis’ op twee manieren in. In de eerste plaats vinden we het belangrijk dat in de diagnostiek van rekenproblemen de meeste aandacht uitgaat naar het rekenen zelf: het ‘rekenen-in-uitvoering’. Dáár ligt de basis van het probleem en dáár vinden we de verklaring en de handvatten voor de aanpak. In de tweede plaats weten we uit onderzoek dat de niet-geautomatiseerde basiskennis het belangrijkste kenmerk is van (ernstige) rekenproblemen. Het gaat dan in het bijzonder om niet-geautomatiseerde basisfeiten: de uitkomsten van de optel- en aftreksommen binnen het eerste en tweede tiental, oftewel de plus- en minsommen tot 20. Dit tekort in de kwaliteit van de kennis is van invloed op de verdere rekenontwikkeling en valt op in alle leeftijdsgroepen. We kunnen in de diagnostiek en de aanpak van de problemen niet om deze basiskennis heen
Benieuwd naar de rest van dit artikel?
Deze content is onderdeel van een editie. Maak een keuze: