Goed lezen, zo wordt vrij algemeen gesteld, is een product van twee kerncompetenties: woordherkenning en luister- of taalbegrip. Dit wordt the simple view of reading genoemd. Niet dat lezen simpel is, verre van. Bij beide kerncompetenties spelen meerdere deelvaardigheden een rol en is een veelheid aan cognitieve processen betrokken. Er is nog weinig kennis over hoe deze betrokken cognitieve processen interacteren en waarom sommige kinderen beter leren lezen dan anderen. Een werkelijk goede theorie van het (leren) lezen is er dan ook nog niet. Het lijkt er wel op dat het niet zozeer gaat om het ontwikkelen van inzicht in de structuur van gesproken en geschreven taal (fonologisch en fonemisch bewustzijn), maar meer om het ‘leren’: het gemak waarmee kinderen nieuwe informatie opnemen en deze kennis automatiseren1.
Benieuwd naar de rest van dit artikel?
Deze content is onderdeel van een editie. Maak een keuze: