U bent hier:

Als je iets kunt, voel je je competent en dat motiveert - 31/2

Interview

Het leesniveau van Nederlandse jongeren daalt, waardoor ze helaas tot de minst gemotiveerde lezers wereldwijd behoren. Er wordt van alles gedaan om dit te veranderen. Van het upgraden van schoolbibliotheken tot boekgesprekken en meer schrijfopdrachten in de klas. Veel initiatieven verdienen credits, maar het succes ervan valt of staat met de aanpak van het technisch leesonderwijs op school. We interviewen José Schraven om haar visie op lezen nogmaals wereldkundig te maken. Want pas als een kind goed kan lezen, zal het met plezier lezen en steeds beter begrijpen wat er staat.

We hebben al vaker over ZLKLS geschreven. Voor de lezers die de methodiek nog niet kennen: waarom is ZLKLS effectief en waar blijkt dit uit?

“Mijn methodiek is uit de praktijk ontstaan. Je leert van de praktijk. Werk alleen met oefeningen die belangrijk zijn om het doel te bereiken en hanteer tussenstapjes waarbij het gaat om sober en helder lesgeven. Begin met instructie ten aanzien van de inhoud en ordening, ga dan samen oefenen en geef meteen feedback. De leraar/begeleider heeft hier een zeer belangrijke rol in.”

Is de methode bewezen effectief?

“We weten al jaren dat ZLKLS effectief is omdat er destijds drie wetenschappelijke studies zijn uitgevoerd. Daarbij is de effectiviteit vastgesteld door de resultaten van een experimentele groep (ZLKLS) na een jaar te vergelijken met die van twee controlegroepen. Een andere studie ging over de effecten van de integrale invoering van de methodiek op een reguliere basisschool. Bij strikte toepassing van ZLKLS stijgen de spelling- en leesresultaten van de leerlingen met sprongen. Dat toonde onderzoek aan van hoogleraar orthopedagogiek Anna Bosman van de Radboud Universiteit in Nijmegen.”

Lezen loopt voor op spellen, kun je dat uitleggen?

“Er zijn veel boeken over lezen en weinig over spellen. Juist die samenhang lezen en spellen is heel handig om goed aan te bieden. Ook is het goed om de verschillende periodes zoals de klankzuivere periode en niet-klankzuivere periode/voortgezette periode goed uit elkaar te houden. In de klankzuivere periode (de periode van het aanleren van de letters) lopen lezen en spelling nog gelijk op. In de periode daarna niet meer. In dit materiaal gaat het dus over het voortgezet lezen.

Eind groep 5 moeten kinderen eigenlijk alles kunnen lezen. Maar dan kunnen ze echt nog niet alles foutloos schrijven. Categorieën zoals voorvoegsels, achtervoegsels en klankgroepwoorden (open en gesloten lettergreep), maar ook woorden met ‘-isch’ hebben we eerder gelezen dan dat ze geschreven hoeven worden. Wijs je in de leesles al op deze categorieën en je herhaalt dit, dan slaan leerlingen dit mooi geordend op. Zeker wanneer je het ook geordend aanbiedt, in woordrijen bijvoorbeeld. Wanneer ‘-isch’-woorden dan bijvoorbeeld een jaar later aangeboden worden bij spelling, weten kinderen de categorienaam al en hoeft de leerkracht alleen de regel om het woord te schrijven aan te leren om tot de goede schrijfwijze te komen.”

Wat kan er beter?

“Wanneer een leerling geen leesplezier beleeft, zal hij niet snel een boek ter hand zal nemen. Het is dus belangrijk dat het technisch leesonderwijs op school op orde is. Goed lezen is de basis voor het lezen van een kind, op school en daarbuiten. Technisch leesonderwijs is de vaardigheid van het ontsleutelen van woorden en zinnen. Bij technische leestoetsen wordt altijd het aspect tijd meegenomen.

Daarmee zeggen we eigenlijk tegen kinderen dat snel lezen belangrijker is dan begrijpen. Als we bij leestoetsen ook het doorleesniveau gaan meetellen, krijg je een heel ander beeld. Zo wordt voorkomen dat kinderen die weinig fouten lezen, maar langzaam lezen, te horen krijgen dat ze niet goed kunnen lezen. Dat motiveert veel meer om zelf te gaan lezen.”

Waarom zijn instructie en herhaling zo belangrijk?

“De kwaliteit van de instructie is belangrijk in elke les en vergeet daarbij vooral niet te herhalen. Kijk goed naar de kinderen. Wat gaat er goed en wat gaat er fout? Geef concrete instructie of doe letterlijk voor wat kinderen helpt om het daarna goed te doen. Om kinderen een stapje verder te helpen moet je heel precies kijken en luisteren. Alleen instructie is onvoldoende om een vaardigheid in de vingers te krijgen. In de hele methodiek zie je de herhaling terug, zowel bij het lezen van de nieuwe categoriewoorden van die week als de bijbehorende tekst. Instructie en herhaling zijn dus de sleutel. Door dagelijkse oefening heb je veel beter zicht op de prestaties van de kinderen en kun je ook snel bijsturen.”

‘De kwaliteit van de instructie is belangrijk in elke les en vergeet daarbij vooral niet te herhalen’

Hoe kunnen we grondige verandering aanbrengen in het leesniveau in Nederland?

“De pabo is een cruciale plek om de negatieve trend te veranderen. Als pabostudenten leren hoe ze efficiënt, op een goede en effectieve manier les kunnen geven in lezen en spellen, dan heeft de volgende generatie kinderen daarvan profijt. Toch zijn veel afgestudeerde leraren verrast dat ze mijn kennis niet op school aangeleerd krijgen. Ze komen bij mij met de vraag: waarom kreeg ik dit soort vakkennis niet op school? Binnen de lerarenopleiding moeten we meer zoeken naar wat onze core business is; weer focussen op onze kerntaken. Geletterdheid en gecijferdheid is de basis. Dan pas kan een leerling kennis over zijn omgeving en de wereld verwerven om vervolgens een mening te vormen.”

En op schoolniveau?

“Zorg dat het technisch leesonderwijs op orde is. Stel een doel centraal, geef gerichte instructie en oefen veel (maak meters!) en effectief met als doel succeservaringen op te doen. Leer de kinderen echt goed lezen. Een kind dat goed kan lezen, leest met meer plezier en vanwege dit succes zal het vanzelf meer gaan lezen. Een opwaartse spiraal waar de kinderen hun leven lang profijt van hebben.”

Je bent geen voorstander van tablets en ander digitaal ondersteuningsmateriaal. Waarom niet?

“Goed kijken en luisteren naar de kinderen zijn de sleutelwoorden tot succeservaring van de kinderen. Tablets kunnen dat niet vervangen. Je moet kunnen kijken naar een leerling. Kijk niet naar de toetsscores, maar naar het kind. Wat kan het wel en wat kan het niet? Pas daarop je instructie aan. Kijk elke dag naar een leerling, dat lukt niet met een tablet. Een kind dat iets niet zo goed kan, heeft de professionele begeleiding van de leerkracht nodig en moet niet alleen aanmodderen of hulp krijgen van bijvoorbeeld een leerling uit groep 8. Er blijken nogal wat programma’s op de markt te zijn die heel verwarrend werken.”

Kennis leidt tot motivatie, kun je dat uitleggen?

“Het ene kind heeft meer begeleiding nodig dan het andere. Dat mag duidelijk zijn. Een grote verantwoordelijkheid ligt bij de leerkracht. Vanuit concrete doelen werken en formatief handelen is hierbij belangrijk. Je moet de lesonderdelen die ertoe doen goed in je hoofd hebben, de leerlijnen kennen en goede instructies aanbieden. Ga als het ware boven het proces hangen, laat de methode even los en bied aan wat op dat moment nodig is. Dat kan als je weet waar het over gaat. Wanneer een kind grip krijgt op het proces zien we in de praktijk dat leerlingen beter gemotiveerd worden.”

Hoe kan de remedial teacher aansluiten?

“De remedial teacher start de begeleiding veelal pas nadat geanalyseerd is waar het kind problemen mee heeft. Het zou ook zinvol zijn als de remedial teacher al in een vroeg stadium aansluit bij wat er in de klas gebeurt. Dat is zinvol omdat je hierdoor heel gericht op bijvoorbeeld categorieën kunt begeleiden en herhalen. Bij een categorie die voor een kind moeilijk is, wordt het blad met woorden en tekst opgezocht in het lesmateriaal. Er kan nu heel gericht worden gewerkt met het onderdeel waar het kind moeite mee heeft. Waarbij het goed lezen van de woorden en de tekst belangrijk is en niet de snelheid!”

De door orthopedagoog José Schraven ontwikkelde methodiek ‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’ (ZLKLS) is in vrijwel heel Nederland bekend. Midden jaren negentig werd deze preventieve instructiemethodiek geïmplementeerd en in de loop der jaren steeds verder verbeterd. Schraven maakte hierbij gebruik van kennis en inzichten die ze op waarde en bruikbaarheid in de klas controleerde. Eind november 2022 verschenen de Leesboeken voor groep 4 en 5. Uiteraard aansluitend aan en volledig gericht op de vereisten waar Schraven om bekend staat. Dit lesmateriaal bestaat uit zowel een leerkrachtversie als een leerlingversie met leerlijnen, verwijzing naar begrijpend lezen, woordenschat en spelling.

Literatuur

  • Schraven, J.L.M (2022) Lezen in groep 4 en Lezen in groep 5. Pica.
  • Schraven, J.L.M. (2022) Handboek Zo leer je kinderen lezen en spellen. Pica.