Het succes van jouw school/team rondom lezen, spelling en dyslexie en/of rekenen en dyscalculie wordt vooral bepaald door effectieve leiding en een juiste koers op dit gebied. Als remedial teacher of gespecialiseerd leerkracht kun je een bijzondere positie innemen. Een positie met verschillende ondersteunende rollen en taken binnen de school. Maar hoe zet je deze koers schoolbreed uit?
De remedial teacher en andere ondersteuners/begeleiders in het primair en voortgezet onderwijs (po, vo en mbo) worden regelmatig geconfronteerd met leerlingen die zich het leesen spellingproces en/of de rekenvaardigheid onvoldoende eigen maken. Ook kunnen de opbrengsten van een school achterblijven bij de leerlingenpopulatie of is er bijvoorbeeld ontevredenheid over het werken met een bepaalde methodiek. Daar wil jij op schoolniveau, groepsniveau of individueel niveau toch verandering in aanbrengen? Ben je op zoek naar een sterke inhoudelijke cursus waarin je wordt meegenomen in alle belangrijke beleidsaspecten van lezen, spelling, dyslexie en/of rekenen, dan geeft deze cursus je de handvatten voor het opzetten van een beleidsplan.
Het doel van de cursus is dat de deelnemers informatie ontvangen over het opzetten en verder ontwikkelen van een beleidsplan voor de genoemde terreinen en dit concreet vormgeven en uitwerken voor de eigen school. Het beleidsplan geldt vaak voor een periode van vier jaar, waarbij dit plan - indien mogelijk - aansluit bij het ontwikkelplan van de school. In vier bijeenkomsten nemen we je mee in de beleidsmatige, vakinhoudelijke en didactische aspecten die van belang zijn voor het bevorderen van de lees-en spellingontwikkeling en/of rekenontwikkeling.
Uitgangspunten
- De cursus is zowel geschikt voor deelnemers uit het primair onderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs en het voortgezet onderwijs als het beroepsonderwijs.
- Het opzetten en uitvoeren van de diverse stappen in het kader van beleid vergt veelal een traject van 1 schooljaar, waarbij verspreid over het schooljaar vier bijeenkomsten worden georganiseerd met een omvang van 3,5 uur per bijeenkomst.
- De eerste twee bijeenkomsten vinden aan het begin van het schooljaar plaats, de derde bijeenkomst midden in het schooljaar en de laatste bijeenkomst aan het eind van het schooljaar.
- In de laatste bijeenkomst presenteren de deelnemers hun beleidsplan. Het beleidsplan vormt tevens de eindopdracht voor de cursus en wordt beoordeeld door de cursusleiders.
- De bijeenkomsten vinden plaats in de vorm van het verschaffen van informatie en uitwisseling over opzet, werkwijze en instrumenten die gebruikt worden in het kader van beleid. Tijdens de bijeenkomst vindt er intervisie plaats en bespreken we met elkaar de voortgang.
- Voor of direct na de derde bijeenkomst is er met elke deelnemer afzonderlijk een supervisiemoment waarbij de opzet van het beleidsplan, de analyse van de resultaten en de bevindingen en de inhoud van het beleidsplan worden doorgesproken. Hierbij valt te denken aan inhoudelijke onderwerpen, organisatie, planning, verantwoordelijkheid, professionalisering van het team, enz.
Beleidsplan
Het ontwikkelen van beleid kan het best vorm gegeven worden aan de hand van een cyclisch model, bijvoorbeeld aan de hand van de achtbaan. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in vier fases te weten beleid vaststellen, beleid uitvoeren, beleid evalueren en beleid bijstellen. Hierbij zijn verschillende niveaus van de organisatie betrokken te weten de directie en de opstellers van het beleidsplan (strategisch niveau), het tactisch niveau waarbij het gaat om het opstellen van een beleidsplan en dit vertalen naar voorstellen voor concrete uitvoering en het operationeel niveau waarbij de concrete uitwerking plaatsvindt met alle betrokkenen. Om tegemoet te komen aan zowel het cyclisch model als de vier beleidsfases kan gewerkt worden met onderstaande stappen, waarbij de belangrijkste kenmerken van elke stap kort worden beschreven.
STAP 1: Beschrijven van de context van de school en de reden (probleemanalyse) voor het opstellen van een beleidsplan. Veelal zal het initiatief hierbij gelegen zijn bij een stuurgroep die gemandateerd is tot het opstellen en uitwerken van een beleidsplan.
STAP 2: Beschrijven van de huidige situatie waarbij dit kan geschieden op basis van documentanalyse, gesprekken met betrokkenen en het maken van een analyse op schoolniveau van de resultaten op niet-methodegebonden toetsen (zoals die van CITO, BOOM, IEP, DIA-taal, enz.). Dit kan in de vorm van het maken van een trendanalyse voor de eigen school en het vergelijken van de resultaten met de leerlingenpopulatie van de school, de streefdoelen die gesteld zijn en met landelijke (bijvoorbeeld PEIL) en internationale opbrengsten (bijvoorbeeld PIRLS en PISA) die behaald worden. Om de huidige situatie in kaart te brengen, kan ook gebruikgemaakt worden van (digitale) vragenlijst die bijvoorbeeld aan teamleden of een deel hiervan worden voorgelegd. Dit kunnen meer algemene vragenlijsten of specifieke vragenlijsten die betrekking hebben op een deelterrein van lezen, spelling en dyslexie of rekenen. Ook kunnen bijvoorbeeld de leerkrachtvaardigheden in beeld gebracht worden om te bezien of eenieder over de vereiste kennis en vaardigheden beschikt om een bepaalde vernieuwing te realiseren.
STAP 3: Analyseren van de huidige situatie. Uit de verzamelde informatie van stap 2 wordt bijvoorbeeld een SWOT-analyse gemaakt. Dit kan bestaan uit:
• Strengths (sterktes): waar zijn wij goed in, wat gaat goed, wat moeten wij behouden (borgen)?
• Weaknesses (zwaktes): waar liggen onze zwaktes, waardoor wordt dit veroorzaakt, wie zijn de betrokkenen, enz.?
• Opportunities (kansen of mogelijkheden ter verbetering): wat zijn belangrijke aandachtspunten die een bijdrage leveren in bijvoorbeeld het beter organiseren van het onderwijs, de opbrengsten die gerealiseerd worden, het welbevinden van de betrokkenen, enz.
• Threats (bedreigingen): met welke factoren moeten wij rekening houden die waarschijnlijk een negatieve invloed op het resultaat hebben. Dit kunnen zowel interne als externe factoren zijn.
STAP 4: Concluderen. Op basis van de analyses worden conclusies getrokken. Welke factoren spelen een belangrijke rol en zijn van belang om bijvoorbeeld betere resultaten te behalen, beter te kunnen aansluiten bij de leerbehoeften van onze leerlingenpopulatie, beter af te kunnen stemmen op de zorgniveau of de ondersteuningsniveaus, enz.
STAP 5: Oriëntatie op de gewenste situatie en vaststellen van prioriteiten. Wat is voor ons belangrijk op de korte en de langere termijn? Wat moeten we eerst aanpakken en wat daarna? Het maken van een realistische planning, verspreid over meerdere schooljaren is van belang.
STAP 6: Concrete uitwerking van een onderwerp. Hierbij kan gedacht worden aan het formuleren van doelen (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden (SMART)), het opstellen van activiteiten zoals nieuw methodisch aanbod, bespreken van de organisatie van de ondersteuningsniveaus, samenwerking met ouders en andere externe partners, scholing in het kader van professionalisering, het beschrijven van degenen die bij de uitwerking betrokken zijn, enz.
STAP 7: Vaststellen van het meerjarenbeleidsplan.
STAP 8: Uitvoeren en borgen.
In de bijeenkomsten krijg je verdere informatie en handvatten voor het uitwerken van de stappen 1 tot en met 6. Ook vindt er een uitwisseling plaats van ervaringen en bevindingen en kun je op basis hiervan een concreet beleidsplan opstellen.