Deze editie gaan we in gesprek met Denise Bothof, intern begeleider op OBS de Tweemaster in Capelle aan den IJssel over remedial teaching in de school, eigen leerlijnen en ondersteuningsniveaus. Op deze basisschool zijn negentien groepen aanwezig; van groep 1 tot en met groep 8.
Denise, wat is jouw rol binnen de school?
“Ik ben intern begeleider van groep 1 tot en met groep 5. Als intern begeleider ben ik verantwoordelijk voor de leerlingenzorg. Daarnaast houd ik mij bezig met kwaliteitszorg, de resultaten van de school en zorg ik ervoor dat er binnen de school zo optimaal mogelijk passend onderwijs wordt neergezet.”
Is er op jullie school ook een remedial teacher aanwezig?
“We hebben sinds dit schooljaar een remedial teacher in dienst. Voorheen kochten we dit specialisme extern in. Er is nu een leerkracht hiervoor opgeleid, waardoor we dit intern kunnen aanbieden. Het voordeel daarvan is dat we met een vast gezicht werken en dat zij de school en veel leerlingen al goed kent, omdat zij ook leerkracht bij ons op school is. De lijnen zijn hierdoor kort, waardoor er een hechtere samenwerking met de remedial teacher is.”
Welke leerlingen komen in aanmerking voor remedial teaching?
“We werken op school met ondersteuningsniveaus van niveau 1 tot en met 5. Ondersteuningsniveau 1 is de basis; goed onderwijs in de klas. Daarin is de leerkracht verantwoordelijk voor het onderwijs in de groep. Als we merken dat een leerling niet voldoende profiteert van het aanbod in ondersteuningsniveau 1, dan komt een leerling in ondersteuningsniveau 2. De leerkracht gaat zich verder verdiepen in het niveau van de leerling en brengt de hiaten in kaart. Er wordt in samenwerking met de onderwijsassistent planmatig gehandeld om achterstand zoveel mogelijk te beperken. Zodra wordt opgemerkt dat dit onvoldoende heeft opgeleverd, dan valt de leerling in ondersteuningsniveau 3 en komt de remedial teacher in beeld. Dit kan te maken hebben met het aantonen van didactische resistentie voor bijvoorbeeld een dyslexieonderzoek, maar het kan ook zijn dat de hiaten dermate groot zijn dat gerichte remedial teaching nodig is, zoals bijvoorbeeld bij rekenen.”
Wat is de werkwijze als een leerling met rekenachterstand bij de remedial teacher is aangemeld?
“De bedoeling is dat de remedial teacher start met diagnostisch onderzoek, zodat helder is waar de leerproblemen zitten. Daarna gaat de remedial teacher met de leerling aan de slag met gerichte hulpvragen. Hij richt zich vaak op de onderste laag van het handelingsmodel (zie afbeelding 1) en werkt waar mogelijk met concrete materialen.”
Jullie werken ook met onderwijsassistenten. Hoe verloopt de samenwerking tussen de leerkracht, remedial teacher en onderwijsassistent?
“Zoals eerder benoemd werken we met ondersteuningsniveaus. Een leerling die remedial teaching krijgt, zit in ondersteuningsniveau 3. De onderwijsassistent blijft waar mogelijk betrokken, omdat we bij ons op school aan het toewerken zijn naar gestapelde zorg. Dit houdt in dat het onderwijsaanbod op ondersteuningsniveau 1 afgestemd is op de leerling. De leerling krijgt bijvoorbeeld een verlengde instructie in de groep. Vervolgens wordt er in ondersteuningsniveau 2 gewerkt aan het wegwerken van hiaten door de leerkracht en/of onderwijsassistent. In ondersteuningsniveau 3 werkt de remedial teacher met de leerling met gerichte hulpvragen. Door het stapelen van deze interventies op verschillende niveaus hopen we dat een leerling zo optimaal mogelijk profiteert en zich ontwikkelt binnen zijn eigen mogelijkheden. Natuurlijk zijn we nog in ontwikkeling en is niet elk vraagstuk volgens het boekje op te lossen. Met elkaar blijven we stappen zetten om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van iedere leerling op onze school.”
Hoe zijn deze afspraken vastgelegd en hoe worden ze geborgd?
“De remedial teacher en intern begeleider hebben samen een kwaliteitskaart opgesteld. Zij hebben hierin alle afspraken rondom remedial teaching vastgelegd. Ook over de verschillende vakgebieden zijn er intern afspraken gemaakt. Voor het team is duidelijk hoe de gestapelde zorg vormgegeven wordt en hoe dit in zijn werk gaat per vakgebied (zoals rekenen, spelling en lezen). Ook de planning is hierin opgenomen, waarbij we uitgaan van veertig schoolweken en remedial teaching-periodes van tien weken. Na tien weken is er altijd een tussenevaluatie met de remedial teacher, leerkracht en indien nodig intern begeleider, en wordt met elkaar het vervolg bepaald.”
Er zijn ook kinderen die op een eigen leerlijn werken. Hoe gaat dit in zijn werk?
“Kinderen die op een eigen leerlijn werken, bevinden zich op ondersteuningsniveau 4. Ze werken met een ontwikkelperspectief. In sommige gevallen heeft er extern een (psychodiagnostisch) onderzoek plaatsgevonden en wordt deze informatie ook meegenomen in de aanpak voor de leerling. Er kan bijvoorbeeld vastgesteld zijn dat een leerling dyslexie, dyscalculie of bijvoorbeeld ADHD of ASS heeft. Er wordt zoveel mogelijk gehandeld op de verschillende ondersteuningsniveaus op basis van de gegeven adviezen. Dat betekent dat in de klas het aanbod wordt afgestemd op het functioneringsniveau van de leerling, daarop worden ook de toetsen aangepast. Daarnaast speelt de remedial teacher een rol in de uitvoering van het ontwikkelperspectief, zodat er gewerkt kan worden aan de doelen die passen bij het leerjaar waarin de leerling functioneert. In sommige gevallen willen we ook inspelen op een stukje psycho-educatie voor de leerlingen met dyscalculie.”
We merken in de praktijk dat het voor veel scholen en remedial teachers best lastig is om op een beredeneerde wijze de eigen leerlijn vorm te geven. Heb je tips hoe je dit kunt aanpakken?
“Wij lopen op school ook tegen de praktische vertaalslag aan. Je wilt kinderen het liefst op hun eigen niveau aanspreken, om frustraties te voorkomen. In de praktijk heb je in een groep te maken met veel niveauverschillen. Als leerkracht kun je effectief onderwijs verhogen aan drie niveaugroepen, dus ook de onderwijsassistent speelt vaak een rol bij deze puzzel. Daarnaast hebben we als school de ambitie om met onder andere rekenen groepsdoorbroken te werken. Dan heb je gezamenlijke verantwoordelijkheid over de leerlingen op de school en kun je nog beter inspelen op de niveauverschillen. Daarnaast maken we met elkaar (leerkracht, intern begeleider en remedial teacher) een gericht ontwikkelperspectief waarin we de doelen wegzetten voor de leerling. We kijken dan als eerste naar het functioneringsniveau van de laatste (adaptieve) Cito-toets. We berekenen een gemiddeld leerrendement en met dit getal berekenen we welke groei van de leerling we de komende periode kunnen verwachten. Ook de uitstroom wordt hierin meegenomen. Als een leerling bijvoorbeeld in groep 7 zit, maar rekent op groep 5-niveau, dan zetten we de Passende perspectieven in. Passende perspectieven zijn door SLO opgesteld en zijn helpend bij het doelgericht werken. Ook werken we regelmatig met het boek Leerlijnen voor het basisonderwijs van Nieuw leren. Daarin staan de einddoelen van groep 8 uitgewerkt in ik-doelen. We bekijken dan welke doelen een leerling al beheerst door de afnamen van Cito en/ of methodegebonden toetsen. Daarna wordt er met elkaar gericht gewerkt aan de hiaten die een leerling heeft. Ook automatisering nemen we hierin mee, omdat we ook merken dat dit vaak extra remediëring vraagt. We streven ernaar om een leerling minimaal op 1F-niveau uit te laten stromen aan het eind van groep 8.”
Hoe gaan jullie om met een eigen leerlijn op taalgebied of hebben jullie voornamelijk eigen leerlijnen bij rekenen?
“We merken dat rekenen op dit moment de grootste puzzel is. We zijn ons ervan bewust dat de leerlingen bij rekenen echt de effectieve leertijd nodig hebben om zich de doelen van de eigen leerlijn eigen te maken. Bij taal en spelling zien we dat het vaak langer lukt om in te spelen op de onderwijsbehoeften binnen de groep, bijvoorbeeld door in te zetten op woordenschat en het vormen van een rijke taalomgeving. Maar ook daarin zijn er leerlingen waarbij het op een gegeven moment niet voldoende lukt om te profiteren van het groepsaanbod. Dan stellen we ook een ontwikkelperspectief op waarin we de doelen per periode indelen.”
Kun je een voorbeeld noemen waarbij remedial teaching het verschil heeft gemaakt?
“In groep 5 zit een leerling met een OPP, waarbij we duidelijk hebben gezien hoeveel positieve resultaten we geboekt hebben door de effectieve inzet van de remedial teaching en de korte lijnen met elkaar. Hij is binnen zijn mogelijkheden goed gegroeid bij spelling en scoort nu een C. Hierdoor kan hij weer aanhaken bij het groepsaanbod en is het voorlopig niet nodig om voor spelling een ontwikkelperspectief op te stellen. Daarnaast droeg dit ook bij aan zijn competentiebeleving en deed hij succeservaringen op. De komende periode krijgt hij extra ondersteuning door de onderwijsassistent en komt de remedial teaching-tijd weer beschikbaar voor een andere leerling. Het was mooi om dit vanaf de zijlijn te zien gebeuren bij de leerling.”
Heb je een tip voor scholen die nog geen eigen remedial teacher in dienst hebben, maar dit wel overwegen?
“Het is belangrijk om met het team in gesprek te gaan. Wat is de leerlingpopulatie van je school, waar wil je je met remedial teaching op richten en wat zijn de doelen met de inzet van remedial teaching op school? Zit dit meer aan de onderkant, in groep 3/4 bijvoorbeeld, zodat je voornamelijk preventief kan werken óf is het passend bij de populatie om hierin een andere keuze te maken? Het is belangrijk om met het team helder te hebben welke zorgvraag je met elkaar hebt en welke rol de remedial teacher hierin kan spelen. Als dit helder is, kun je met elkaar een goede afweging maken en dit daarna gaan vormgeven op bijvoorbeeld een kwaliteitskaart.”
Literatuur
- wij-leren.nl/rekenproblemen-ERWD.php
- nieuwleren.nl/tool/leerlijnen-voor-het-basisonderwijs/?portfolioCats=66
- slo.nl/thema/meer/passende/po/rekenen/ slo.nl/thema/vakspecifieke-thema/rekenen-wiskunde/leerlijnen/
- slo.nl/thema/meer/passende/po/