U bent hier:

Writing-to-learn: hoe schrijven het leren van taal en vakinhoud kan stimuleren - 31/2

Onderzoek

Het schrijven van een goede tekst is knap lastig. Zeker voor onervaren schrijvers die zich de vaardigheid nog eigen aan het maken zijn of wanneer een tekst geschreven moet worden in een andere dan je eerste taal. Misschien is dat de reden dat schrijfvaardigheid in het onderwijs relatief weinig en pas laat aandacht krijgt. Dit artikel betoogt echter dat schrijfonderwijs, waarin schrijven als middel ingezet wordt om het leren van taal en vakinhoud te bevorderen, voor leerlingen op elk niveau zinvol is. Zo’n benadering wordt ‘writing-to-learn’ genoemd. In deze bijdrage worden wetenschappelijke inzichten over deze aanpak vertaald naar aanbevelingen voor de onderwijspraktijk.

Kunnen en leren schrijven is voor alle leerlingen noodzakelijk. Op school moeten zij vaak in geschreven vorm hun kennis en vaardigheden aantonen, bijvoorbeeld in een toets of een verslag. Bovendien is schrijven een alledaagse bezigheid, zeker in onze in toenemende mate gedigitaliseerde maatschappij. Veel communicatie verloopt via e-mail, reserveren of bestellen gebeurt via online formulieren, we posten op social media wat ons bezighoudt en we communiceren via WhatsApp. Schrijven is echter ook de lastigste taalvaardigheid om te leren. Dat komt doordat schrijven een complex, recursief en daardoor cognitief veeleisend proces is. Een schrijver moet gelijktijdig bezig zijn met de inhoud en opbouw van zijn tekst, zijn ideeën omzetten in adequate formuleringen, en zijn tekst gaandeweg teruglezen en waar nodig reviseren.

Mede vanwege het feit dat leren schrijven zo moeilijk is en vanuit het idee dat leerders eerst een zeker taalvaardigheidsniveau bereikt moeten hebben voordat je schrijfvaardigheid effectief kunt onderwijzen (Williams, 2012), wordt er in het onderwijs relatief weinig en pas laat aandacht besteed aan schrijven. Daarnaast ervaren leraren schrijfonderwijs als complex en tijdrovend. Leerlingen schrijven wel, maar vaak in zeer geleide vorm (bijvoorbeeld in- en aanvuloefeningen). Bovendien wordt er weinig doelgerichte aandacht besteed aan leren schrijven (Rietdijk e.a., 2018). Peilonderzoeken laten dan ook zien dat veel leerlingen de streefniveaus voor schrijfvaardigheid niet behalen.

Door oudere leerlingen en op hogere onderwijsniveaus wordt meer geschreven, maar voor deze doelgroepen wordt schrijven vaak als ‘eindpunt’ van leren gezien en een tekst als weerslag van wat leerlingen al kunnen en weten. Dat is jammer, want ook tijdens het schrijven kan (taal)leren plaatsvinden. De benadering van schrijfonderwijs waarin schrijven gebruikt wordt als instrument om bij leerlingen het leren van taal én vakinhoud te bevorderen, en die voor leerlingen van alle leeftijden en niveaus nuttig is, wordt ‘writing-to-learn’ genoemd.

Schrijven om te leren

Binnen een writing-to-learn benadering van schrijfonderwijs (onder andere Hirvela, Hyland & Manchón, 2016) wordt een tekst die iemand schrijft niet (alleen) als het product van zijn kennis en taalvaardigheid gezien, maar juist als plek waar (taal)leren kan plaatsvinden. Dat komt doordat schrijven als het ware denken of problemen oplossen op papier is. Of zoals Peter Elbow het in 1994 al verwoordde: “The goal [of writing-to-learn] isn’t so much good writing as coming to learn, understand, remember and figure out what you don’t yet know.”

Schrijven om taal te leren

De aanname dat schijven de taalvaardigheidsontwikkeling van leerlingen kan ondersteunen, volgt uit tweedetaalverwervingstheorie en -onderzoek (Van Steendam & Van Beuningen, 2020). Ten eerste zijn leerlingen tijdens het schrijven zelf taal aan het produceren. Dat is belangrijk, want leerders hebben ruime gelegenheid tot taalproductie nodig om zich een taal eigen te kunnen maken; het productieve gebruik van taalkennis helpt namelijk deze kennis te consolideren en automatiseren. Bovendien vereist taalproductie een diepgaander en preciezer niveau van taalverwerking dan taalreceptie; waar je tijdens luisteren en lezen betekenissen kunt afleiden uit de context, is dat in schrijven en spreken veel lastiger, aangezien je zelf degene bent die de betekenis moet overbrengen. Ook kunnen schrijfactiviteiten cognitieve processen aanzwengelen die taalleren stimuleren; leerlingen kunnen door te schrijven bijvoorbeeld hiaten in hun eigen taalvaardigheid ontdekken. Schrijven heeft in dit verband voordelen boven de andere productieve vaardigheid: spreken. Ten eerste omdat schrijven offline plaatsvindt en ten tweede omdat een geschreven product niet vluchtig is. Hierdoor kunnen schrijvers hun geheugencapaciteit efficiënt en effectief verdelen. Leerlingen hebben tijd en ruimte om hun aandacht bewust te richten op vormaspecten (bijvoorbeeld zinsstructuur en woordkeuze), zowel tijdens als na het schrijven. Bovendien hebben schrijvers gelegenheid hun expliciete taalkennis aan te spreken, deze uit te breiden door externe bronnen (zoals een woordenboek of leraar) te raadplegen en metacognitieve activiteiten uit te voeren (bijvoorbeeld reflecteren op de geslaagdheid van een formulering), waar sprekers die tijd missen.

‘Schrijfactiviteiten kunnen cognitieve processen aanzwengelen die taalleren stimuleren’

Schrijven om vakinhoud te leren

Writing-to-learn kan ook het leren van niet-talige kennis en vaardigheden stimuleren, bijvoorbeeld bij geschiedenis of wiskunde (Van Dijk e.a., 2022). Wanneer leerlingen schriftelijk vakconcepten herhalen, analyseren, organiseren of aan elkaar relateren, wanneer zij vakteksten synthetiseren of evalueren, of wanneer zij reflecteren op een tekst die ze zelf geschreven hebben, helpt dat hen de vakinhoud beter te begrijpen en langer te onthouden. Je zult waarschijnlijk zelf ook herkennen dat je je gedachten heel concreet moet maken wanneer je schriftelijk iets uitlegt; het schrijven (en teruglezen!) van een tekst maakt je er bewust van hoe iets precies in elkaar steekt en wat je er wellicht zelf nog niet van begrijpt. Ook hier is het juist het trage karakter van schrijven dat ruimte biedt voor dergelijke (meta)cognitieve activiteiten. Bovendien blijft het resultaat van het schrijfproces zichtbaar, waardoor leerlingen (peer)feedback op de tekstinhoud kunnen ontvangen, wat hun leerproces weer een stapje verder kan brengen.

Schrijvend leren stimuleren

Hoewel elke schrijftaak de potentie heeft het leerproces te bevorderen, is leerlingen laten schrijven geen garantie voor leren. Als leraar zul je die leerfunctie doelgericht moeten stimuleren. Schrijfonderwijs dat een writing-to-learn-aanpak beoogt, moet aan verschillende voorwaarden voldoen. Ten eerste is het belangrijk dat voor leerlingen helder is met welk doel en voor welk publiek zij schrijven. Ten tweede moeten de schrijfopdrachten die je inzet leerlingen uitdagen om echt een stapje verder te komen, bijvoorbeeld een schrijftaak die stuurt op het gebruik van nieuwe woorden en/of constructies (ten behoeve van taalontwikkeling) of een opdracht waarin leerlingen vakinhoud niet alleen moeten reproduceren, maar ook evalueren of analyseren (ten behoeve van vakinhoudelijk leren). Ten derde is het van belang dat schrijfopdrachten niet te lang zijn en dat leerlingen voldoende tijd hebben voor een schrijfactiviteit, zodat ze ruimte hebben om daadwerkelijk op de eerder beschreven ‘probleemoplossende’ manier te schrijven. Tot slot moeten geschreven teksten als startpunt dienen voor verder leren, bijvoorbeeld door leerlingen feedback te (laten) geven, hun eigen tekst op gespecificeerde aspecten met een modeltekst te laten vergelijken en/of door hen te laten reflecteren op wat/hoe ze door het schrijven geleerd hebben.

Samenwerking kan de leerfunctie van schrijven versterken, omdat leerlingen kunnen profiteren van elkaars kennis en kunde én omdat samenwerking uitnodigt tot betekenisonderhandeling: het (schriftelijk of mondeling) expliciteren van je gedachtegangen om begripsproblemen bij de ander op te lossen. Die explicitering kan ook het eigen leren positief beïnvloeden, bijvoorbeeld doordat zo je eigen aandacht eerder gevestigd wordt op dingen die je nog niet weet of kunt, of doordat een vraag of opmerking van je samenwerkingspartner je dwingt om meer precieze formuleringen te kiezen. Leerlingen die het Nederlands nog aan het verwerven zijn en zich schriftelijk beter kunnen uiten in een andere taal, kun je de mogelijkheid bieden (eerst) in hun eerste taal te schrijven, of in een combinatie van die taal en het Nederlands. Op die manier bied je leerlingen de kans al hun voorkennis aan te spreken (ook als deze in een andere taal dan het Nederlands aanwezig is) en vormt taal geen belemmering in hun leerproces (Van Beuningen & Polišenská, 2020).

‘Geschreven teksten dienen als startpunt voor verder leren’

Voorbeelden van writing-to-learn-activiteiten

Hoe een writing-to-learn-activiteit eruitziet, hangt af van de context waarin en de doelen waarmee hij gebruikt wordt. Een schrijfopdracht kan als voorbereiding dienen voor een klassikale discussie; als verwerkingsactiviteit (bijvoorbeeld in aansluiting op een gelezen tekst of getoonde video); of als lesafsluiting om zichtbaar te maken wat leerlingen geleerd hebben en wat ze misschien nog niet goed begrijpen. Wel hebben effectieve writing-to-learn-activiteiten de volgende twee eigenschappen gemeen:

  • ze laten leerlingen actief met de taal en/of inhoud aan de slag gaan door (individueel of samen) al schrijvend ideeën te verkennen, formuleringen en/of redeneringen te verhelderen, et cetera;
  • ze zijn meestal kort, informeel en hoeven niet beoordeeld te worden; writing-to-learn-activiteiten zijn namelijk verwerkingsactiviteiten die het leren van iets anders ondersteunen.
  • Enkele concrete voorbeelden van writing-to-learnactiviteiten – die flexibel kunnen worden aangepast naar elke onderwijscontext – zijn:
  • Vrij schrijven: als ‘opwarmer’ bij een taaltaak of vakinhoudelijke les schrijven leerlingen op wat ze al weten over/associëren met het thema, bijvoorbeeld in de vorm van een woordweb.
  • Brief naar huis: leerlingen leggen aan het eind van de les in briefje aan een ouder/zusje/vriend in ‘lekentaal’ uit wat ze die les geleerd hebben.
  • Strip: leerlingen schrijven de ballontekst voor de laatste een of twee plaatjes in een strip. De plaatjes én de gegeven tekst in de overige vakjes dienen als opstap/ aandachtsrichter.
  • Graphic organizer: leerlingen denken na over en visualiseren relaties tussen concepten en begrippen door ze in een zogenaamde ‘graphic organizer’ te plaatsen.
  • Omschrijven: leerlingen omschrijven doelwoorden en/of vakinhoudelijke begrippen zonder het woord/begrip zelf te gebruiken.
  • Leerdagboek: leerlingen leggen in dagboekvorm wekelijks verslag van hun leerproces.

Tot slot

Schrijfactiviteiten die primair een leerfunctie hebben, worden in de huidige onderwijspraktijk nog weinig gebruikt. Ten eerste omdat schrijven eerder bezien wordt vanuit een ‘learning-to-write’ dan een writing-to-learn-perspectief. Writing-to-learn-activiteiten vormen echter juist een mooie opstap naar het leren schrijven van goede teksten en bieden leerlingen de kans om schrijfervaring op te doen. Een andere reden dat de leerfunctie van schrijven veelal onbenut blijft, zo blijkt uit onderzoek, is dat vakdocenten zich onvoldoende toegerust voelen om schrijftaken te ontwikkelen. Samenwerking tussen taal- en vakdocenten zou hier uitkomst kunnen bieden; wanneer zij de handen ineenslaan in het ontwerpen van passende schrijfopdrachten hebben zij een krachtig (taal)leermiddel in handen.

Literatuur

  • Hirvela, A., Hyland, K., & Manchón, R. (2016). Dimensions in L2 writing theory and research: Learning to write and writing to learn. In Manchón, R., & Matsuda, P. (Eds.). Handbook of Second and Foreign Language Writing (pp. 45-64). Boston, MA: De Gruyter Mouton.
  • Rietdijk, S., van Weijen, D., Janssen, T., van den Bergh, H., & Rijlaarsdam, G. (2018). Teaching writing in primary education: Classroom practice, time, teachers’ beliefs and skills. Journal of Educational Psychology, 110(5), 640-663.
  • Van Beuningen, C.G., & Polišenská, D. (2020). Meertaligheid in de klas: Bied ruimte aan alle talige kennis van leerlingen. In Dönszelmann, S., Van Beuningen, C.G., Kaal, A., & De Graaff, R. (Eds.), Handboek Vreemdetalendidactiek: Vertrekpunten, Vaardigheden, Vakinhoud (pp. 357-372). Bussum: Uitgeverij Coutinho.
  • Van Dijk, A., van Gelderen, A., & Kuiken, F. (2022). Which types of instruction in writing-to-learn lead to insight and topic knowledge in different disciplines? A review of empirical studies. Review of Education, 10(2), 1-41.
  • Van Steendam, E., & Van Beuningen, C.G. (2020). Schrijfvaardigheid: Leren schrijven en schrijvend leren in een vreemde taal. In Dönszelmann, S., Van Beuningen, C.G., Kaal, A., & De Graaff, R. (Eds.), Handboek Vreemdetalendidactiek: Vertrekpunten, Vaardigheden, Vakinhoud (pp. 279-294). Bussum: Uitgeverij Coutinho.
  • Williams, J. (2012). The potential role (s) of writing in second language development. Journal of Second Language Writing, 21(4), 321-331.

Noot

De inhoud van dit artikel is deels gebaseerd op eerdere publicaties van de auteur over writing-to-learn.