Deze editie gaan we in gesprek met Henriëtte Berkvens. Ze werkt als intern begeleider op een SBO school in Limburg. Daarnaast heeft ze een eigen remedial teaching praktijk, die op dit moment ‘on hold’ staat in verband met de andere werkzaamheden.
Wat leuk Henriëtte dat je wilt meewerken aan dit interview voor de LBRT. Kun je als eerste toelichten hoe jouw loopbaan in het onderwijs is verlopen?
“Een jaar of twintig geleden ben ik vanwege de begeleiding van een jongen met het syndroom van Down weer in het onderwijs terechtgekomen. Ik was er een periode uit geweest, omdat er weinig werk was. Kinderen één-op- één-begeleiden gaf me veel voldoening, dus ik heb toen een post HBO opleiding voor remedial teacher gevolgd. Ik heb een aantal jaar als remedial teacher gewerkt op een school, totdat helaas deze functie werd wegbezuinigd”.
“Vervolgens heb ik een aantal jaar voor de klas gestaan en ben daarnaast gestart met mijn eigen praktijk. Ik kwam erachter dat mijn hart lag bij kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Ik heb de Master SEN begeleiding gevolgd om daarna de kant van intern begeleider op te kunnen gaan, naast mijn werkzaamheden in mijn eigen praktijk. Vervolgens heb ik ongeveer acht jaar als intern begeleider op een reguliere basisschool gewerkt. Twee jaar geleden kreeg ik de mogelijkheid om bovenschools uren te maken als remedial teacher en als coach van leerkrachten. Ik heb er toen voor gekozen om mijn praktijk voorlopig ‘on hold’ te zetten. Dit schooljaar ben ik gestart op een SBO school in Weert als intern begeleider. Dat doe ik nu drie dagen per week.”
Je hebt een brede en afwisselende achtergrond in basisonderwijs. Je hebt een LBRT registratie. Wat is voor jou de meerwaarde hiervan?
“Mijn toenmalige directeur heeft me dit aangeraden en zo kwam ik bij de LBRT terecht. De kennis die ik opdeed bijvoorbeeld over het schrijven van handelingsplannen vond ik echt een verdieping ten opzichte van de opleiding die ik heb gevolgd. De standaard van de LBRT is hoog en daardoor heb ik ook geleerd om mijn eigen plannen naar een hoger niveau te tillen. Ook de eis om bijscholing te volgen, is voor mij altijd een prikkel geweest om mijzelf te blijven ontwikkelen.”
Is er op jullie school ook een remedial teacher aanwezig?
“Er is op onze SBO school geen geschoolde remedial teacher aanwezig. Er is wel een ondersteuner die een aantal remedial teaching taken oppakt. Zij wordt aangestuurd door onze orthopedagoog en richt zich op didactische en sociaal-emotionele doelen. De SBO setting is anders dan op een reguliere basisschool, omdat er in de groep veel aandacht is voor het individu en zijn leerlijnen.”
“Op mijn vorige school hebben we wel een remedial teacher aangesteld met behulp van de NPO gelden, waarbij ik echt als visie heb dat de remedial teaching een onderdeel van het geheel moet zijn. De samenwerking met de leerkracht en het kind is essentieel om remedial teaching tot een succes te maken. Ik zie vooral in het reguliere onderwijs de meerwaarde van een remedial teacher. Een SBO school organiseert zijn onderwijs veel meer gericht op het individu in een kleinere groep dan in het reguliere basisonderwijs. Dat biedt veel mogelijkheden binnen de groep met de eigen leerkracht en als het kan een leerkrachtondersteuner.”
De leerlingen op jullie school werken met een eigen leerlijn voor rekenen. Hoe gaat dit in zijn werk?
“Er is binnen school een ontwikkeling ingezet om zo goed mogelijk af te stemmen op de leerontwikkeling van de leerlingen. Uiteindelijk willen we, met behulp van onder andere de Passende Perspectieven, kijken waar een kind zal uitstromen en welke doelen hierbij horen. Om zo vervolgens gerichte en beredeneerde keuzes in doelen te kunnen maken en toe te passen met behulp van onze methode Getal en Ruimte Junior voor het SBO. Veel van onze leerlingen stromen uit op PRO of Basis niveau, dat betekent dat we waar mogelijk de leerlingen koppelen en wel zoveel mogelijk groepsbreed werken aan het behalen van de doelen. We zijn op dit gebied ook nog ontdekkend en onderzoekend met elkaar, waarbij we wel het streven hebben om zoveel mogelijk groepsbreed aan de eigen doelen te werken.”
De scheiding tussen zorg en onderwijs lijkt steeds kleiner te worden sinds de komst van Passend Onderwijs. Hoe verloopt jullie samenwerking met de zorg?
“We werken nauw samen met de gemeentelijke zorg via Centrum Jeugd en Gezin. Mijn ervaring is dat dit erg krachtig kan zijn, maar dat het ook afhankelijk is van de persoon. Ik heb te maken met heel veel verschillende personen. Dat maakt het soms minder krachtig dan het zou kunnen zijn. We hebben regelmatig Zorg Advies Team overleggen waarbij we met elkaar om tafel gaan om complexere casussen te bespreken. Dat ervaar ik zeker als waardevol. Je hebt elkaar in deze casussen ook echt nodig, omdat er bijvoorbeeld zorgen zijn om het gezin.”
“Daarnaast is het van grote meerwaarde dat wij met onze SBO school in hetzelfde gebouw zitten als een SO school en een SO school ZMLK. We kunnen elkaar hierdoor snel vinden en zijn de lijnen kort. We hebben ook met deze partners regelmatig overleggen om casussen te bespreken. Met de SO school ZMLK zijn we een pilot gestart waardoor we eenvoudig een leerling kunnen arrangeren bij de ZMLK school en andersom. Zo komen er bijvoorbeeld een aantal leerlingen van de ZMLK school bij ons op school lezen, waardoor deze leerlingen uitgedaagd worden voor een specifiek vakgebied. Ook is er een leerling van onze SBO school die een aantal dagdelen naar het reguliere onderwijs gaat. Dat zijn mooie ontwikkelingen, waar ik enthousiast over ben. Het liefst zouden we zo flexibel met alle partners in ons gebouw willen samenwerken, maar zover zijn we nog niet. Dat is nog toekomstmuziek.”
‘De standaard van de LBRT is hoog, daardoor heb ik geleerd om mijn eigen plannen naar een hoger niveau te tillen’
Heb je tot slot een voorbeeld van een leerling, waarbij remedial teaching het verschil heeft gemaakt?
“In mijn eigen praktijk heb ik een jongen begeleid voor rekenen in goede samenwerking met de school. Dit was een begaafde jongen die eigenlijk heel goed kon rekenen, maar in groep 7 vastliep met de rekenstof. Ik heb toen veel aandacht besteed aan het gebruiken van de juiste strategieën en hem het inzicht gegeven dat je niet alle sommen uit je hoofd kunt uitrekenen. Deze leerling was op een gegeven moment ervan overtuigd geraakt dat hij niet meer kon rekenen. Het gaf mij veel voldoening om de leerling in de juiste mindset te krijgen en door leerlinggesprekken de gerichte interventie te kunnen inzetten. Door het vergroten van zijn zelfvertrouwen en hem passende sommen aan te bieden en een stukje psycho-educatie aan te bieden, kreeg hij weer het vertrouwen in zijn handelen en ging hij de juiste strategieën toepassen. Hij kreeg weer plezier in rekenen en had al snel de remedial teaching niet meer nodig!”