Peter Kloosterhuis was mijn geschiedenisleraar en gedurende een aantal jaren mijn mentor. Ik denk nog vaak terug waarom dit de leraar was, waar ik met zulke warme en fijne gevoelens aan terugdenk. Hij was de leraar die mij zag. De leraar met humor, de leraar die me begreep, die leuke lessen gaf, er voor me was als het nodig was, altijd in was voor een grapje, die niet per sé streng was, maar wel heel duidelijk. Die in mij geloofde waar anderen dat niet deden. Die open en oprecht was. En waar naast veel kon, ook grenzen waren. Die wij duidelijk kenden.
Het begint met echt contact en verbinding maken met je leerlingen. Ervoor zorgen dat je ze allemaal écht ziet, zodat elk kind bij elke les voelt dat hij ertoe doet. Toon interesse in de mens achter de leerling, in wat hij of zij leuk vindt, wat ze spannend vinden, of waar ze tegenaan lopen. Houd verbaal en non-verbaal contact met alle leerlingen, tijdens je lessen en daarbuiten. Glimlach, leg je hand op een schouder, geef een knipoog, en ga praatjes aan daar waar het kan en vanuit echte interesse en belangstelling. Dat vraagt ook om je te verplaatsen in jongeren. Echt vanuit de jongeren te denken. De jongeren die moeten overleven in onze hectische, pittige en veeleisende maatschappij. Wat vinden ze leuk? Waar balen ze van? Wat vinden ze niet interessant en wat wel. Waar gaat hun hart sneller van kloppen en wat vinden ze ingewikkeld of moeilijk? Denk en kijk door hun bril en benader ze vanuit deze wetenschap. En vind je dat lastig? Dan kun je het ze gewoon vragen. Maak je meteen mooie verbinding.
Kijk verder dan gedrag. Die te stoere, zichzelf overschreeuwende dwarse puber. Die probeert zich wellicht staande te houden daar waar hij zich niet altijd zo groot en stoer voelt. En dat stille of juist altijd kletsende meisje? Daar zou wel eens een heel verhaal thuis achter schuil kunnen gaan. Gedrag is nooit zomaar, daar zit altijd iets achter. Je helpt een kind enorm als je dat beseft en er iets mee doet. Bij te veel kinderen wordt het niet opgemerkt. Blijven we hangen in ‘wat een lastig of vervelend kind’. Geen kind is vervelend, kinderen doen soms vervelend, en daar zijn redenen voor.
'Gedrag is nooit zomaar, daar zit altijd iets achter'
Neem je vanaf vandaag voor om de professional te worden waar kinderen als ze groot zijn positief op terugkijken. Waarvan een kind later zegt: ‘Dat was de leraar die mij zag, die zich verdiepte in mij, en naar me luisterde. Dat was de leraar die door mijn muurtje of gedrag heen prikte. Die voor mij het verschil maakte.’
Peter, bedankt!