Leren spellen en lezen vanuit een onderzoekende houding
In 2019 is op een school in het zuiden van het land gestart met het inrichten van een geïntegreerde groep 1-2-3 voor primair onderwijs genaamd de Calvingroep. De Calvingroep is een onderwijsvoorziening voor leerlingen die op jonge leeftijd een ontwikkelingsvoorsprong laten zien. Deze leerlingen hebben gezien hun leer- en persoonlijkheidseigenschappen een specifieke leeromgeving nodig binnen het onderwijs om tot ontplooiing te komen en in hun kracht te blijven.
Ten aanzien van het begeleiden van de taalontwikkeling is gekozen om de didactiek van Dolf Janson te gebruiken. In deze methodiek wordt heel bewust onderscheid gemaakt tussen het leren (her)kennen van klanken en van letters. Deze didactiek stelt onderwijsgevenden in staat om het werken aan de doelen voor (voorbereidend) spellen en (voorbereidend) lezen binnen thema’s op een betekenisvolle en functionele manier vorm te geven. Er wordt niet gewerkt met werkboekjes uit een vaststaande methode, waardoor veel flexibeler ingespeeld kan worden op de individuele verschillen tussen de leerlingen.
Het uitgangspunt in de Calvingroep is dat het onderwijs aansluit bij de voorkennis en vaardigheden die de leerling al meebrengt. De teamleden proberen zo goed mogelijk aan te sluiten bij het niveau van elke leerling. Daarom dagen zij de leerling uit om in de zone van hun naaste ontwikkeling leeractiviteiten te gaan ontplooien (William, 2016). Er zijn in de groep verschillende instructiegroepjes. De samenstelling van instructiegroepjes wisselt op het moment dat leerlingen in hun groepje bepaalde doelen hebben behaald. Ook remedial teachers kunnen deze didactiek gebruiken in het begeleiden van leerlingen. Dit kan zowel binnen scholen of in een eigen praktijk. Alle materialen die gebruikt kunnen worden bij deze didactiek zijn vrij toegankelijk via het internet. Het moge duidelijk zijn, dat het succes hiervan niet alleen schuilt in dat materiaal, maar zeker ook in de kennis en inzichten die je als rt’er moet hebben verworven, omdat die de basis vormen voor deze nieuwe aanpak en dus je rol moeten bepalen.
Maak je doktersnaam. Leg je naam andersom. Wat staat er dan? Schrijf of stempel na voor naamkaartje. Zo heeft iedereen een eigen naamkaartje voor in de doktershoek.
Op zoek naar klanken en letters
In de Calvingroep wordt gebruik van de kennis uit het boek Op zoek naar klanken en letters (Janson, 2017). Er is daarom bewust gekozen om een klankenstation en een hiervan gescheiden letterstation te creëren. In deze stations doen leerlingen allerlei onderzoekende activiteiten om steeds meer grip te krijgen op klanken en op letters. De activiteiten en voorwerpen die hierbij worden gebruikt, sluiten zoveel mogelijk aan bij de thema’s die behandeld worden.
In het klankstation zijn heel bewust geen woordkaartjes of letters aanwezig. Klanken kan je namelijk alleen horen. Er wordt vooral gewerkt met voorwerpen, plaatjes, foto’s of talkingbuttons.
De leerlingen krijgen al vrij snel activiteiten aangeboden om het onderscheid tussen klinkers en medeklinkers te leren herkennen. Gaandeweg leren ze ook woorden te leggen met klankkaartjes zodat ze bekend raken met de structuur van klankzuivere medeklinker – klinker – medeklinker woorden. Ook wordt tijd besteed aan de klemtoon in woorden. In het Nederlands gelden namelijk andere spellingregels voor klankgroepen die beklemtoond zijn dan voor onbeklemtoonde klankgroepen. Om dit te oefenen worden onder andere klankstaven van twee verschillende hoogtes gebruikt. Ook neuriën of hummen leerlingen de woorden. Op deze manier onderzoeken leerlingen de structuur en melodie van woorden.
In het letterstation doen leerlingen zelf of onder begeleiding van een onderwijsgevende of onderwijsassistent activiteiten om (het herkennen van) de letters onder de knie te krijgen. Het gaat hierbij met name om de vormaspecten van letters. Er wordt gebruik gemaakt van blokletters uit letterdozen met losse letters. Veel gehanteerde letterdozen bevatten kaartjes met daarop een combinatie van twee klinkerletters die in die letterdoos ten onrechte ‘tweeklanken’ worden genoemd. Hierdoor zouden de leerlingen niet kunnen oefenen welke twee letters nodig zijn om deze klinkers weer te geven in klankzuivere woorden. Leerlingen leren in het letterstation ook heel bewust naar de onderdelen van letters te kijken zoals de stokken, bogen en rondjes en de grootte van de letters. Door ook lettervormen te gebruiken die driedimensionaal zijn, zoals houten letters of door hen zelf letters te laten kleien, kunnen de leerlingen die ook fysiek voelen. Leerlingen krijgen bijvoorbeeld de opdracht letters te sorteren door groepjes te maken van letters die volgens hen bij elkaar horen. Vervolgens mogen ze in hun groepje uitleggen waarom ze voor die ordening hebben gekozen. Zo raken ze vertrouwd met de onderlinge overeenkomsten en verschillen tussen letters. Pas wanneer leerlingen hiermee bekend zijn, starten ze met het maken van een lettermuur waarbij leerlingen de alfabetnamen van letters leren. Bij deze lettermuur worden vervolgens woorden gehangen die leerlingen tegenkomen in de groep die beginnen met deze letter. Het gaat hierbij dan puur om het herkennen van de vorm en de alfabetnaam en niet om de koppeling aan klanken.
Wanneer leerlingen zowel de klanken als letters kennen gaan ze in allerlei activiteiten de koppeling tussen klanken en letters verkennen. Ze leren welke letters ze moeten kiezen bij het horen van klanken in een woord (spellen). Dit is in het begin alleen nog bij klankzuivere woorden. Ze leren tevens welke klank hoort bij letters die op een bepaalde manier gerangschikt zijn in een woord (lezen). Dit zijn twee verschillende activiteiten in de hersenen. Doordat ze hierbij steeds weer zelf actief kunnen zijn, versterken die twee leerprocessen elkaar wel.
Leerling A noemt een klank, leerling B stuurt de beebot naar een woord met die klank. Dit kan een begin-, midden-,of eindklank zijn. Praat er samen over waar je die klank in het woord hoort.
Bij elke klank past een letter…spellen
Bij het spellen worden oefenkaarten, met in eerste instantie enkel klankzuivere woorden, van de methodiek Op zoek naar letters gebruikt (Janson, 2022). De materialen die hiervoor nodig zijn, zijn geheel gratis te downloaden via de site www.hettaallab.nl. Dit zijn kaarten met woorden van een bepaalde categorie die leerlingen in duo’s in verschillende fasen mondeling doorlopen. De ene leerling zegt de woorden, terwijl de andere leerling daarmee drie verschillende oefenfasen doorloopt. Na elke fase wisselen ze van rol, zodat ook de duo-partner kan oefenen met een andere serie woorden uit die categorie. In de eerste fase gaat het erom dat de oefenende leerlingen het woord correct nazegt. Daarna moet de leerling de klanken uit het woord in goede volgorde benoemen. Als laatste moet de leerling de bijbehorende letters met hun alfabetnaam in goede volgorde noemen. In eerste instantie gaat het om mkm-woorden maar dit wordt daarna uitgebreid naar mmkmm woorden en naar klankzuivere samengestelde woorden. Natuurlijk proberen leerlingen tijdens dit proces ook al woorden te spellen met de moeilijkere tweeklanken of woorden meerdere klankgroepen. Het gesprek hierover is van grote meerwaarde in hun leerproces.
Leerlingen ontdekken dat twee woorden samen de klankgroepen van een nieuw woord kunnen zijn. Koplamp bestaat uit kop en lamp.
Bij elke lettercombinatie hoort een klank en een betekenis…lezen
Ten aanzien van het leren lezen worden in de Calvingroep de stappen uit het boek “Op zoek gaan naar betekenis via letters en klanken” (Janson, 2019) gebruikt. Per stap worden de doelen en activiteiten die gedaan kunnen worden om deze doelen te bereiken duidelijk uiteengezet. Op de site van www.hettaallab.nl is per stap veel ondersteunend materiaal gratis te downloaden.
Leerlingen leren in de Calvingroep direct complete woorden te lezen. Natuurlijk zijn dit woorden die herkenbaar zijn voor de leerlingen en voor hen betekenis hebben. In de groep zijn diverse voorwerpen en afbeeldingen aanwezig die een relatie hebben met het thema. Waar mogelijk leggen zij hier woordkaartjes bij. Op deze manier raken leerlingen snel gewend aan zulke lettercombinaties en de relatie met hun betekenis. Letters op zich hebben namelijk geen klank. Ze krijgen pas een klank in een woord. Bij het leren lezen gaat het er om dat letters die in een bepaalde volgorde staan de juiste klanken krijgen. In het woordje daas staat een letter meer dan das, maar krijgt daarom een andere klank en daardoor een andere betekenis. Wanneer de letters van het woord das in een andere volgorde zouden staan bijvoorbeeld dsa levert dit wel een serie klanken op, als je ze achter elkaar zegt, maar geen woord en dus ook geen betekenis. Het gaat bij het leren lezen altijd om ‘begrijpend’ lezen. Begrijpend lezen kan dan ook nooit een aparte gescheiden activiteit zijn. Wie niet wil begrijpen wat hij/zij leest, is een zinloze activiteit aan het doen.
De stap daarna is dat de leerlingen de letters in de woorden leren verklanken zonder daar direct een plaatje of voorwerp bij te zien. Gaandeweg leren leerlingen grip te krijgen op de klankgroepen bij verschillende lettercombinaties in mkm woorden. Hierbij is ook direct aandacht voor de drie lidwoorden in onze taal. Door hier expliciet aandacht aan te besteden gaan leerlingen ze snel in teksten ontdekken. Wanneer leerlingen veel mkm-combinaties herkennen, kan gespeeld gaan worden met deze letter-klankcombinaties. Het vervangen of toevoegen van een medeklinker of klinker zorgt weer voor een andere structuur van woorden met verschillende betekenissen. Vanaf de start van het leesproces worden woorden ook in zinnen aangeboden. Er is gericht aandacht voor de structuur van zinnen. Door deze zinnen te voorzien van een illustratie zijn leerlingen snel in staat de betekenis te achterhalen en kunnen ze al vlot korte tekstjes lezen. En dit is precies de kern waarom het gaat bij het leren lezen.
Leerlingen herkennen specifieke vormelementen van letters en kunnen dit combineren dit in een tekening.
Grip krijgen op eigen leerproces
Leerlingen verschillen onderling in de stappen die zij nemen in hun leesproces. Daarom krijgen de leerlingen in verschillende groepjes activiteiten aangeboden. Na een introductie met een nieuwsgierig makend en uitdagend karakter gaan de leerlingen, vaak in duo’s, aan de slag. Na die activiteit wordt samen met de leerlingen heel bewust even teruggekeken. Welke ontdekkingen hebben ze gedaan? Bij welke lettercombinaties lukt het al goed om direct het woord (en de betekenis) te herkennen? Bij welke letters moeten woorden nog letter voor letter verklankt worden en hebben nog meer oefening nodig? Heeft dit te maken met de plek van die letters in het woord, of door de voor hen onbekende betekenis? Of ging het oefenen niet zo goed omdat die leerling was afgeleid door iets in de groep? Door samen met leerlingen over dit soort vragen in gesprek te gaan en in lesactiviteiten die hierop volgen bewust te oefenen met datgene wat nog niet vlot gaat, leren ze al jong wat gericht oefenen is. Dit bevordert zelfregulering en het wordt hierdoor ook ervaren als hun eigen leerproces.
Leerlingen kunnen de lettervormen verbinden met de bijbehorende alfabetnaam en kunnen de letters ordenen in een afgesproken volgorde.
Schrijven
Leerlingen leren in de Calvingroep schrijven in blokschrift. In deze fase van de ontwikkeling van het leren lezen en spellen is het van belang dat de letters die gehanteerd worden eenduidig zijn. Bij het leren lezen is het handig als de geschreven lettervormen veel lijken op de lettervormen die in boeken gedrukt staan. Het schrijven van die vorm helpt om die kenmerken bewust te worden en te onthouden. Dat is daardoor ook helpend bij leren spellen, want dan moeten die vormen steeds weer worden opgeroepen op basis van de gehoorde klanken en dan is het fijn als die vorm hetzelfde is. Daarnaast wordt in deze tijd steeds meer overgegaan om digitaal verwerken van informatie en wordt in hogere leerjaren tijd en aandacht besteed aan het leren typen wat ook met via blokletters gaat.
De gehanteerde methodiek zorgt voor plezier en betrokkenheid bij leerlingen en ook bij ons als team (Hewitson, 2021). Activiteiten ten aanzien van spellen en lezen zijn op een natuurlijke manier geïntegreerd in de thema’s en zijn geen losse activiteiten meer. Het biedt de mogelijkheid voor leerlingen om door te groeien en een ononderbroken ontwikkeling door te maken ten aanzien van deze vaardigheden. Zo hebben wij als team meer zicht op de ontwikkeling van individuele leerlingen en kunnen meer gebruik maken van hun creativiteit. De methodiek vraagt wel een gedegen hoeveelheid kennis en de wil om echt te differentiëren, dat wil zeggen, de verschillen tussen al onze leerlingen recht te doen.
Ontwerp een piratenschip met de kleine loose parts. Schrijf er woorden bij die jij denkt te kunnen verklanken en spellen.
Tevens kan een remedial teacher met de beschreven didactiek en de materialen die voorhanden zijn gericht onderzoek doen naar de manier waarop klanken en geschreven woorden worden geanalyseerd door een leerling. Door de leerling de fasen bij spelling te laten doorlopen door middel van de verschillende reflectievragen kan de remedial teacher de leerling zich bewust laten worden in welke fase het fout gaat en waardoor dit zou kunnen komen. De leerling kan, wanneer het probleem duidelijk is, veel gerichter oefenen. Ten aanzien van het leesproces geldt dit ook. Door daarbij uit te gaan van onderwerpen die de leerling zelf aandraagt en hier woorden en teksten bij te zoeken zal het plezier en de drive om te willen leren lezen groter zijn. Door samen met de leerling te onderzoeken welk soort woorden al herkend worden, dit gericht te observeren en te bespreken kan de leerling zich bewust worden van de eigen invloed op het proces van het leren lezen. Door de leerling dit in een logboek te laten opschrijven en het gebruik hiervan te stimuleren zal dit bewustzijn nog meer worden versterkt.
Buiten tikspel. Leerlingen krijgen allemaal een letter. Worden ze getikt dan kijken ze met de andere getikte kinderen of ze samen met de letters een bestaand woord kunnen vormen. Wanneer dat lukt zijn ze weer vrij.