U bent hier:

Succesvolle intervisie, dat doe je zo! - 31/5

Praktijk


Intervisiegroep regio Hilversum: van links naar rechts : Marieke Zeegers, Laura Oostra, Caroline Elskamp, Marieke Berends, Corien de Breuijs en Mariken Meijer.

Hoe houd je een intervisiegroep levend?

Voor ons als remedial teachers is het belangrijk om van elkaar te leren. Daarom raadt de LBRT intervisie sterk aan. Eh het devies luidt dat voor (her)registratie minimaal vier keer per jaar deelgenomen moet aan een intervisiegroep om accreditatiepunten te behalen. “In de praktijk blijkt echter dat veel intervisiegroepen een kort leven is beschoren. “Onze intervisiegroep bestaat nu vijf jaar,” vertelt een gedreven Mariken Meijer.
“Wij vinden het plezierig om onze ervaringen te delen en aan te geven welke factoren helpen om de intervisiegroep zo goed mogelijk te laten functioneren. Zelf zijn we nog steeds heel enthousiast en zien de volgende vijf jaar met vertrouwen tegemoet.”

Hoe is de intervisiegroep georganiseerd?

“In de LBRT regio Hilversum is vijf jaar geleden, in september 2018, onze intervisie groep opgericht. We werken grotendeels volgens het protocol dat de LBRT heeft voorgeschreven. De groep bestaat uit zes leden. Alle leden zijn voornamelijk werkzaam in het primair onderwijs. Samen beschikken we over brede kennis en specialisaties op meerdere leer- en ontwikkelingsgebieden. De leden zijn vaste remedial teachers op een school en/of hebben een eigen praktijk. Wij plannen zes bijeenkomsten per jaar.

Wat zijn succesfactoren waardoor onze enthousiaste intervisiegroep het lustrum kan vieren?

Allereerst casuïstiek. Wij zijn heel enthousiast over wat we van elkaar leren in de besprekingen van casuïstiek. Casuïstiek is, in de richtlijnen van de LBRT een vast en verplicht onderdeel in elke intervisiebijeenkomst; deze dient bij voorkeur volgens de incidentmethode te worden behandeld.

DE INCIDENTMETHODE IN STAPPEN

Stap 1 De inbrenger bespreekt beknopt zijn/haar probleemsituatie rondom een casus. Tevens wordt informatie gegeven over welke oplossingen en werkwijzen de inbrenger reeds heeft geprobeerd. De groepsdeelnemers reageren niet op het verhaal en stellen geen vragen. Zij luisteren aandachtig.

Stap 2 De groepsdeelnemers krijgen tijd voor zichzelf om drie vragen te formuleren die het beeld van de casus voor hen compleet kunnen maken en die kunnen helpen de probleemsituatie op te lossen.

Stap 3 De casusinbrenger beantwoordt de vragen zo kort en krachtig mogelijk. De andere deelnemers krijgen de gelegeneid aanvullende vragen te stellen op de antwoorden die de casusinbrenger heeft geformuleerd.

Stap 4 De groepsdeelnemers kunnen in deze fase mogelijke oplossingen formuleren. De casusinbrenger luistert en wikt en weegt de aangedragen oplossingen.

Stap 5 De casusinbrenger geeft aan hoe hij/zij het probleem met zijn/haar werkstijl kan aanpakken of hoe hij/zij het professioneel handelen kan veranderen ten behoeve van de casus.

Hoe werkt de incidentmethode in de praktijk?

De casus is voorzien van vragen waar de casusinbrenger antwoord op wil hebben. Een week voorafgaand aan de bijeenkomst ontvangt elk lid de casus. Deze casus wordt dan thuis voorbereid door hier verhelderende vragen bij te noteren. Tijdens de bijeenkomst komen deze vragen vervolgens aan bod en de inbrenger beantwoord deze indien mogelijk. Als alle vragen zijn gesteld, kan ieder nadenken over een advies. De adviezen noteert de casusinbrenger. Daarna bekijkt de inbrenger welke adviezen bruikbaar zijn en hoe deze goed omgezet en toegepast kunnen worden in de praktijksituatie. In de intervisiebijeenkomst daarna wordt ingegaan op de praktijk. Welke adviezen werkten wel en/of juist niet en waarom wel of niet.

Casuïstiek is terecht een belangrijk terugkerend onderdeel

Het is uitermate leerzaam en interessant. De casus wordt, voor zover mogelijk, door de casusinbrenger uitgebreid beschreven met informatie over de betreffende leerling en/ of de situatie. Zo mogelijk aangevuld met leerresultaten of andere relevante gegevens zodat er voor de lezer een zo goed mogelijk beeld van de casus ontstaat.

Voor de een kan een casus een herkenning bevatten in de eigen situatie en voor een ander helemaal niet. Juist dát maakt het interessant en inspirerend om met elkaar van gedachten te wisselen.

Andere onderwerpen

Naast het vaste onderdeel casuïstiek wordt er ook ruimte gemaakt voor andere onderwerpen.
De onderwerpen worden geagendeerd tijdens het slot van een intervisie, zodat er een overzicht is wat er in de volgende bijeenkomst aan de orde komt en wie voor welk onderwerp verantwoordelijk is.Onze ervaring leert, dat twee onderwerpen op de agenda, naast de casus, voldoende is.
Niet zelden moeten we een onderwerp doorschuiven naar de volgende bijeenkomst!

Voorbeelden van onderwerpen die aan de orde kunnen komen zijn:

  • verslag van bezoek congressen of workshops
  • artikelen uit onderwijsbladen
  • (nieuw) verschenen boeken op de onderwijsmarkt
  • orthodidactisch onderwerp
  • nieuwe methodes/ inzichten
  • bijzondere begeleidingsmaterialen
  • nieuwe testen

Ook wordt met regelmaat een voordracht/ powerpoint presentatie gehouden over een onderwerp waarover een van de leden veel kennis heeft (opgedaan).

Zo werden er bijv. presentaties gegeven over:

  • Close reading
  • TOS
  • begrijpend lezen
  • bewegend leren
  • rekenspellen; hoe zet je deze adequaat in?

Je wordt door elkaar op de hoogte gehouden van de laatste onderwijsontwikkelingen. In onze intervisiegroep hebben we nog een standaard kort agendapunt aan het einde toegevoegd:
Een korte inbreng van een lid (max. 10 min.) Zo hebben we o.a. Tips en Tops gehad met betrekking tot ons werk. Momenteel sluiten we af met een rekenspel. Degene die dit inbrengt, geeft aan waar dit rekenspel vooral voor ingezet kan worden en met welk doel.

Starten van een intervisiegroep

Gebruik de website van de LBRT en zoek op postcode naar de geregistreerde remedial teachers. Neem telefonisch contact met de leden op en vraag of ze interesse hebben. Formeer zo een groep van vier leden en spreek een locatie af om elkaar te ontmoeten en te leren kennen.

Tips:

  • plan voor een heel jaar de data/plek vooruit waarop de groep wil vergaderen
  • maak een schema voor het hele jaar wie wanneer voorzitter, notulist en inbrenger van de casus is
  • vaste vergaderruimte, bijv. bij iemand thuis, heeft voordelen maar het kan ook inspirerend zijn om wisselend op scholen van de leden te vergaderen
  • bepaal de agenda punten voor de volgende intervisie aan het einde van elke intervisie
  • ben je notulist, maak de notulen binnen een week; het zit dan nog scherp in je geheugen
  • sommige onderwerpen kunnen niet op korte termijn behandeld worden, zet ze op een reservelijst
  • maak een groepsapp aan.

LBRT: leren van elkaar

Door de LBRT wordt je niet voor niets aangemoedigd om in een intervisie zitting te nemen. Behalve dat je nieuwe mensen leert kennen, kun je elkaar inhoudelijk buiten de intervisie om bevragen over remedial teaching vraagstukken of leerlingen doorverwijzen naar een collega.

Zes mensen weten immers meer dan één

Per bijeenkomst kun je vijf accreditatiepunten bijschrijven (max. 20 per jaar) en deze kun je gebruiken voor je (her)registratie. De LBRT-richtlijn is dat je minimaal vier keer per jaar bij elkaar komt. Wij komen zes keer per jaar bijeen en dat bevalt ons prima.
Leren van elkaar is één van de speerpunten van de LBRT en dat werkt ècht in een intervisiegroep!

Tot slot over onze intervisiegroep:

‘Vijf jaar lang kennis delen is vijf jaar lang ontwikkelen en kennis vermenigvuldigen’. Dat wil toch elke remedial teacher?