Ondersteuningsprogramma biedt goede resultaten
Een tekst kunnen begrijpen en een positieve houding ontwikkelen ten aanzien van lezen heeft een grote invloed op het schoolsucces en de verdere toekomst van een kind. Het realiseren van effectief begrijpend leesonderwijs is daarom een belangrijke taak. Maar welke aanknopingspunten zijn er en hoe kan jij als onderwijsprofessional een bijdrage leveren aan het schoolsucces van je leerlingen? Daar wordt in dit artikel dieper op ingegaan en je leest hoe het door mij ontworpen programma “Op Maat Begrijpend Lezen“ inspeelt op de componenten die een rol spelen bij begrijpend lezen. Daarnaast worden de onderzoeksresultaten, die laten zien dat kinderen één of zelfs twee niveaus stijgen op landelijk genormeerde toetsen zoals de Citotoets, beschreven.
Het begrijpend lezen staat al lange tijd ter discussie. Onderzoeksresultaten laten zien dat veel kinderen moeite hebben met begrijpend lezen en weinig plezier ervaren. Maar er is ook goed nieuws. Begrijpend lezen kun je onderwijzen (Routman, 2008). Er is veel onderzoek verricht naar
effectief begrijpend leesonderwijs, waardoor jij een rol kunt spelen in het positief stimuleren van het begrijpend leesonderwijs. Zo omschrijft peilingsonderzoek (Peil. Leesvaardigheid (s)bo, 2020-2021) dat er verschillende aanknopingspunten zijn om de leesvaardigheid van kinderen te verbeteren:
- Het is bekend dat een schoolbrede aanpak werkt. Ga samen met je schoolteam na welke doelen je wilt bereiken en implementeer gezamenlijk een leesdidactiek op basis van inzichten in effectief leesonderwijs.
- Kennis over effectief begrijpend leesonderwijs werkt. Het gaat dan om kennis waardoor jij, als onderwijsprofessional, weet hoe kinderen een tekst kunnen begrijpen en een positieve leeshouding ontwikkelen.
- De inzet van effectieve programma’s die kinderen ondersteunen werkt. Programma’s die kansrijk zijn ingeschat, waarvan de effectiviteit is gemeten, zodat je als onderwijsprofessional kan kiezen voor interventies waarop je kan vertrouwen.
Het omvattend model
Om antwoord te bieden op de vraag waaraan een krachtige leesdidactiek moet voldoen is er eerst uitgebreid literatuuronderzoek gedaan naar diverse definities van begrijpend lezen, hoe kinderen begrijpend lezen leren en met welke begrijpend leesprocessen er rekening gehouden dient te worden. Tijdens het onderzoek kwamen diverse definities naar voren. Zo omschrijft Catts (2009) het begrijpen van geschreven teksten als één van de meest complexe mentale activiteiten waarmee we dagelijks bezig zijn. Ook Castles, Rastle en Nation (2018) wijzen op de diverse mentale activiteiten die een lezer met een tekst moet uitvoeren om die goed te begrijpen. Tevens laat onderzoek het belang van een doorgaande leerlijn zien. Zo omschrijft Vernooy (2015) dat begrijpend lezen een zaak van groep 1 t/m 8 is. Om inzicht te verkrijgen in hoe kinderen begrijpend lezen en met welke elementen je rekening dient te houden, zijn er diverse modellen, bewezen aanpakken en theorieën bestudeerd zoals de beïnvloedende factoren die een rol spelen bij begrijpend lezen volgens verschillende onderzoekers en Kees Vernooy (2015). Om het begrijpend lezen te kunnen duiden heb ik een omvattend model ontwikkeld, dat ervoor zorgt dat de leerkracht van groep 1 t/m 8 het begrijpend lezen in acht kan nemen als een dynamisch, samenhangend geheel aan keuzes die men moet maken omtrent de vier componenten. De componenten Diagnostiek/Doelmatigheid-Instructie-Leerling-Tekst worden samengebracht in het model van Daniëlle van der Zalm (2020) (zie figuur 1). Dit omvattend model laat zien hoe de vier componenten met hun beïnvloedende aspecten met elkaar samenhangen en het begrijpend lezen beïnvloeden. Door de lijnen en de wederkerige pijl wordt de onderlinge verwevenheid visueel benadrukt.
Het programma ‘Op Maat Begrijpend Lezen’
Na het ontstaan van het omvattend model (zie figuur 1) kon er een praktische vertaling worden gemaakt op basis van wetenschappelijke inzichten van effectief begrijpend leesonderwijs in de vorm van een begrijpend leesdidactiek die zich richt op de vier componenten. Het door mij ontworpen programma Op Maat Begrijpend Lezen is een digitaal programma dat bestaat uit 7 tot hooguit 8 lessen, dat op elk gewenst tijdstip en naast elke reguliere methode ingezet kan worden. Het programma is gebaseerd op zes Pijlers (Informatie, Begrijpen-inleven-uitleggen, Verwijzingen, Inhoud, Verbanden en Structuur). Vervolgens volgt er een Toets en indien nodig Extra Oefenstof. Het programma is afgestemd op de kerndoelen en referentieniveaus en op de theorie van de beïnvloedende componenten die een rol spelen bij begrijpend lezen te weten:
1) De instructie
Bij de component instructie speelt de interactie tussen de leerling en de begeleider en tussen leerlingen onderling een belangrijke rol (Reichrath et al., 2010; Shanahan et al., 2010; Zuckerman & Khandekar, 2010). Er wordt gewerkt met een instructiemodel dat is gebaseerd op de theorie van de expliciete instructie, het modelen en het model van GRRIM (Gradual Release of Responsibility Instruction Model, Fisher, D. & Frey, N. 2008) dat differentiatie mogelijk maakt. Elke les heeft een vaste systematische opbouw. De les start met een terugblik, waarbij er een transfer wordt gemaakt. Er wordt o.a. aandacht besteed aan het gebruik van begrijpend leesvaardigheden die afgelopen week bij andere vakken zijn ingezet. Dan gaat de leerkracht verder met expliciete instructie over het lesdoel. Vervolgens laat de leerkracht hardopdenkend zien hoe je tot tekstbegrip komt (modeling). Tijdens het modelen kunnen een zevental uit onderzoek effectief gebleken strategieën ingezet worden als hulpmiddel om de lezer te ondersteunen. De strategieën zoals tekstbegrip bewaken e.d. worden op een natuurlijke manier ingezet. Je hoeft tijdens het hardopdenkend lezen de strategieën niet in een volgorde te behandelen. Je hoeft ook niet alle leesstrategieën aan bod te laten komen, alleen de strategieën waarvan je denkt dat die nodig zijn om de tekst te kunnen begrijpen (Wilhelm, 2008). Daarna kunnen de leerlingen de geboden instructie zelf uitproberen onder toezicht van de leerkracht (begeleide oefening). Verder gaan de leerlingen zelfstandig of groepsgewijs (samenwerkend leren) met het toepassen van de instructie aan de slag, waarbij ze beurtelings lezen en hardopdenkend verwoorden hoe ze tot tekstbegrip en het antwoord komen. Voor, tijdens en na de les richt de feedback, die zowel door de leerkracht als leerling geboden kan worden, zich op de taak, maar voornamelijk op het proces, zodat de leerling inzicht krijgt in de verworven kennis en in de verbeterpunten.
2) De leerling
Bij de component van de leerling spelen beïnvloedende factoren een rol zoals de (mondelinge) taalvaardigheid, technische leesvaardigheid en de algemene kennis/woordenschat. Een goed begrijpend lezer kan deze vaardigheden gelijktijdig inzetten en zijn of haar voorkennis van de wereld verbinden met de tekst (Castles et al., 2018). Ook de werkhouding, de motivatie, het werkgeheugen en het zelfvertrouwen spelen een rol. Tot slot spelen kindkenmerken een rol. De invloeden vanuit de thuissituatie zorgen voor verschillen in het leren en gedrag van kinderen. Hierdoor zijn er vanaf de start in het onderwijs verschillen te zien. Er wordt ingespeeld op de beïnvloedende aspecten door bij de start van de les helder het doel en de verwachtingen te formuleren en voor, tijdens en na het lezen in gesprek te gaan over de inhoud en aanpak van de tekst, de leerlingen te laten argumenteren en ze te leren omgaan met passages en moeilijke woorden met het oog op leesbegrip. Hierdoor worden de leerlingen namelijk gestimuleerd om actief na te denken over de inhoud van de tekst (Brassell & Rasinski, 2008). Daarnaast zijn er instructiekaarten ontworpen met informatie over verschillende tekstsoorten, met stappenplannen over het omgaan met teksten en die het maken van aantekeningen, schema’s ondersteunen. De kaarten bevorderen de zelfstandigheid van de leerling. Dit vergroot het competentiegevoel en het welbevinden, waardoor de leesmotivatie vergroot wordt.
3) De tekst
Bij de component van de tekst wordt het begrijpend lezen beïnvloed door de kwaliteit van het tekstmateriaal. Tijdens de lessen staat het omgaan met teksten centraal, doordat verschillende tekstsoorten met een motiverende context en verschillende structuren aangeboden en besproken worden. De hoeveelheid verschillende teksten die leerlingen lezen, zowel binnen als buiten de klas, hangt significant samen met hun leesprestaties in zijn algemeenheid (bijv. Donahue e.a., 2001; Taylor, Frye & Maruyama, 1990). Er wordt deels gebruik gemaakt van Close reading door enkele teksten bij verschillende lessen te presenteren, maar er wordt ook een gevarieerd aanbod van teksten aangeboden en tijdens het lezen is er iedere keer aandacht voor een ander lesdoel. Tevens is er oog voor differentiatie. Differentiatie zorgt ervoor dat de lezer gedwongen wordt om de tekst actief te verwerken en de ontbrekende informatie te koppelen aan de eigen voorkennis.
Andere aspecten die een rol spelen bij Op Maat Begrijpend Lezen
Andere componenten die een rol spelen bij begrijpend lezen zijn de Diagnostiek/Doelmatigheid. Het begrijpend lezen wordt beïnvloed door de mate waarin de leerkracht bekend is met de redenen waarom een kind worstelt met het begrijpen van een tekst. Voor aanvang van de Op Maat Begrijpend Lezen training kan er in een kort tijdsbestek bruikbare informatie in beeld gebracht worden, middels het ‘Diagnostisch Kompas’, zodat de leerkracht zijn handelen kan afstemmen op de pedagogische en didactische behoeften van de klas. Daarnaast wordt er doelgericht gewerkt, doordat er aandacht is voor monitoring. Elke les eindigt met een evaluatieve terugblik waarin gecontroleerd wordt of het lesdoel bereikt is. Hierdoor wordt leren zichtbaar en de leerling eigenaar van het leerproces. Ook ontvangt zowel de leerling als de leerkracht een digitaal overzicht van de voortgang, hierdoor kan beslist worden welke instructiebehoeften de leerlingen nodig hebben. Op klasniveau kunnen leraren gegevens over leerlingprestaties gebruiken om hun instructie (leerstofinhoud, didactiek en klassenmanagement) aan te passen voor de groep als geheel en/of voor enkele leerlingen (Dunn et al., 2013).
Resultaten
Tot slot zijn de effecten van de Op Maat Begrijpend Lezen training gemeten, zodat je als onderwijsprofessional kan vertrouwen op een programma. De behaalde resultaten zijn in kaart gebracht met meetinstrumenten van het Leerlingvolgsysteem, die aan de normen van de Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN) voldoen. Om betrouwbare en valide resultaten te verkrijgen is er gewerkt met nul- en nametingen. Na positieve individuele resultaten, die vanaf 2016 beschikbaar zijn, is het programma vanaf 2020 aan een groep/klas aangeboden en is er nader onderzoek gedaan naar de groepsresultaten. Vanwege de positieve groepsresultaten en vanuit de vraag van scholen is het programma digitaal doorontwikkeld. Vanaf het schooljaar 2021-2022 is het programma aan groep 5,6,7 en 8 aangeboden en zijn er gegevens beschikbaar van deze groepen. Tevens is er teamscholing geboden aan de leerkrachten van groep 1 t/m 8, waarbij de doorgaande leerlijn van begrijpend luisteren naar lezen centraal staat, kennis over de componenten die een rol spelen bij effectief begrijpend leesonderwijs en het toepasbaar maken van deze kennis in de praktijk. Vanaf dat moment is de Op Maat Begrijpend Lezen training van 7 tot hooguit 8 lessen door leerkrachten van groep 5,6,7 en 8 geïmplementeerd. En daarna is door hen de aangeleerde methodiek geïntegreerd bij teksten en opdrachten die tijdens andere vakken zoals wereldoriëntatie, taal en rekenen worden aangeboden. Ofwel de transfer wordt gemaakt. Hieronder (Figuur 2) een weergave van de resultaten van het toetsend onderzoek na het aanbieden van 7 lessen van de training door leerkrachten.
Tot slot
Naast toetsend onderzoek heeft er de afgelopen jaren ook onderzoek plaatsgevonden naar de beoordeling van de Op Maat Begrijpend Lezen training. Hierdoor ontstond er een antwoord op de vraag: ‘Hoe wordt de Op Maat Begrijpend Lezen training beoordeeld door leerlingen en leerkrachten?’ Via interviews en een enquêtelijst is er op consistente wijze gemeten wat betrokken leerlingen en leerkrachten ervaarden.* Om de waardering te achterhalen is er gebruik gemaakt van een gestructureerd interview en een enquête met de 5-punts-Likertschaal. Deze is in veel onderzoeken betrouwbaar gebleken. Leerlingen en leerkrachten beoordeelden de inhoud, opbouw, structuur en bestaande materialen van het programma positief en veel leerlingen gaven aan meer leesplezier te ervaren en meer te zijn gaan lezen na het volgen van de Op Maat Begrijpend Lezen training. Ofwel de intrinsieke motivatie wordt bevorderd.
*Bij 15 leerkrachten van 2 verschillende scholen is er een gestructureerd interview afgenomen en 82 kinderen van diverse groepen (gr 6,7 en 8) van 2 verschillende scholen hebben de vragenlijst met de 5 punts- Lilkerstschaal ingevuld. Deze gegevens zijn uitgewerkt.