Vakdidactiek is heel erg belangrijk in het huidige onderwijs. Het is de onderwijswetenschap waar vakinhoud en kennis over leren samenkomen. In dit boek beschrijft de auteur, Geeke Bruin-Muurling, de vakdidactiek van rekenen-wiskunde. De auteur is tevens de grondlegger van de rekenmethode ‘Logisch Rekenen’. Volgens Geeke Bruin-Muurling werken we op het snijvlak tussen de vakinhoud en het onderwijzen daarvan, waabij diverse perspectieven van onschatbare waarde zijn. Ze wil met dit boek een bijdrage leveren aan de vertaling van wetenschappelijke inzichten naar de dagelijkse praktijk, waarbij de doorgaande lijn een belangrijke leidraad vormt.
Het boek start met achtergrondkennis, waarin de verschillende doelen en basisvaardigheden centraal staan. De rol van conceptuele kennis en het leren toepassen van rekenvaardigheden krijgen daarbij ook aandacht. In het laatste deel van dit boek staan veel concrete zaken, zoals bepaalde technieken om in de rekenlessen toe te passen. De auteur beschrijft heel mooi, dat vakdidactiek ook een ambacht is. Een ambacht dat moet groeien en echt van jezelf moet worden. Hierbij speelt visievorming ook een belangrijke rol. Dit komt aan het einde van dit boek aan de orde.
Het stellen van rekendoelen in het onderwijs is noodzakelijk. Dit bepaalt mede het kompas van de leerkracht. Welke richting wil de leerkracht op? De auteur wil de lezers inspireren om vaker eigen keuzes te maken in het onderwijs in de lessen, door bijvoorbeeld lesmethodes of methodieken (deels) los te laten. Een prachtig boek voor veel onderwijsmensen, waaronder ook zeker de remedial teachers! Het boek is duidelijk geschreven en het heeft een goede opbouw. Het is te gebruiken als inspiratie en als aanscherping van je eigen onderwijspraktijk. Echt een aanrader!
Kijk ook eens naar jezelf
Van Essen en Horeweg hebben een mooi boek afgeleverd. Communicatie met ‘lastige’ en moeilijk bereikbare ouders staat centraal. Van Essen en Horeweg benadrukken dat het goed is om vanaf het begin te investeren in een goede relatie met ouders. Mochten er zich dan in de loop van het schooljaar problemen voordoen, dan is het makkelijker om een slechtweergesprek te voeren. Zij bespreken de uitganspunten voor een positieve relatie en communicatie, de pedagogische driehoek (leerling, ouders en leerkracht), loyaliteit en nog veel meer. De auteurs maken gebruik van veel herkenbare voorbeelden en maken op die manier duidelijk dat er vaak onbedoeld ruis op de “lijn” kan ontstaan. Om deze ruis te voorkomen kun je o.a. gebruik maken metacommunicatie. Communiceren over de communicatie, oftewel benoemen wat je ziet en of voelt. Als je ouders betrekt bij beslissingen over de leerling, voorkom je een hoop frustratie. Ook als je ouders slecht nieuws brengt, is het belangrijk om ook de positieve kanten van de leerling te benoemen. Realiseer je altijd dat ook de ouders het beste willen voor hun kind. Ouders en leerlingen hebben een onbreekbare band en je kunt een leerling niet los zien van het familiesysteem waarin het opgroeit. En vergeet één ding niet, ouders kennen de leerling het beste. Realiseer je dat het schoolsucces van een zevenjarig kind voor 29% wordt bepaald door zijn ouders en voor 5% door de school. Samenwerking met ouders is dus echt belangrijk. Van Essen en Horeweg hebben in de bijlagen een aantal handige lijstjes opgesteld. Zo is er een stappenplan effectieve gespreksvoering, een checklist voor gesprekken met ouders, voorbeeldvragen vanuit de positieve psychologie, die je mee kunt nemen in je voorbereiding en voorbeeldzinnetjes en interventies voor een positief gesprek. Dit boek is niet alleen handig om je eigen kennis weer even op te frissen, maar helpt je ook leerkrachten te begeleiden.
Van der Linde interviewt in deze podcast o.a. Lia Voerman Lector didactiek aan de Hoge School van Rotterdam. Zij stelt dat lesgeven vanuit hoge verwachtingen klein hoort te beginnen. Voerman spreekt over het uitgaan van microverwachtingen. Stel je maakt kennis met iemand, dan heb je een beeld van diegene. Op basis van je verwachtingen focus je je op de positieve kanten van een leerling. Door het benadrukken van de positieve kanten van een leerling kun je door vragen en doorvragen kun je ervoor zorgen dat een leerling uitgedaagd wordt. Positieve feedback geeft een leerling zelfvertrouwen. Dus jij bent goed in taal, wat kan er beter? Leerkrachten en RT-ers kunnen door hun gedrag leerlingen sturen. Zo kun je, als je leerlingen stelselmatig overslaat omdat je niet zeker weet of de leerling het antwoord weet, onbewust uitstralen dat je weinig tot geen verwachting van deze leerling hebt. Voerman heeft een methode ontwikkeld genaamd “Didactsch Coachen” uit 2016 waarbij het operationaliseren van hoge verwachtingen centraal staat. Hoge verwachtingen gaan over het nu. Niet over volgende week, maar het nu staat centraal. Omdat Voerman het begrip hoge verwachtingen inmiddels een paraplubegrip vindt spreekt zij liever over microverwachtingen. Microverwachtingen hebben o.a. te maken met het jezelf ontwikkelen, binnen een veilig schoolklimaat, waarbij de doelen voor de leerling inzichtelijk zijn. De focus is gericht op: hoe leer je in plaats van wat leer je. Van der Linde vraagt zich af of hoge verwachtingen niet leiden tot overvraging. Hij vraagt dit aan Mens, neuropsycholoog werkzaam in het onderwijs. Mens geeft aan dat je goed moet kijken naar de leerling. Soms kan een leerling meer dan je verwacht. Te lage een te hoge verwachtingen liggen bij elkaar. Je moet jouw verwachting te proberen te ontkrachten. Stel vraagtekens bij je eigen verwachtingen. Ook in het VO!
Focus op koers en gedrag. Cultuur is gedrag dat (en de daaronder liggende overtuigingen die) mensen in een team of organisatie met elkaar delen. Dit is grotendeels onbewust. Niet al dat gedrag mag ‘professioneel’ genoemd worden. Dit handboek, dat in april is uitgekomen, gaat over de cultuur van onderwijsorganisaties. Want onbewust is er vaak een bepaalde cultuur nadrukkelijk in de school aanwezig. Denk hierbij aan ingesleten gewoonten, oud zeer, aannames; dit kan allemaal leiden tot onprofessioneel gedrag. Waarbij geldt dat leraren niet alleen voor zichzelf moeten zorgen, maar ook voor elkaar. Openheid en vertrouwen blijken helaas in veel lerarenkamers een complexe opgave. Professioneel gedrag leidt tot het behalen van de doelen van de school en tot welbevinden, van jezelf en van de ander. In dit boek, dat niet moet worden gezien als een ‘recept’ maar meer als leidraad dient, wordt ingezoomd op thema’s als communicatie en gedrag, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de rol van de leider in de school. Ook zie je veel casuïstiek terugkomen, dat verhelderend werkt. En in het laatste hoofdstuk worden praktische handvatten gegeven om de cultuur van de school te professionaliseren. Cruciaal hierin is: begrenzen van gedrag met behoud van relatie.Dit boek spreekt leraren, schoolleiders en bestuurders aan uit alle onderwijssectoren. In de ontwikkeling van een professionele schoolcultuur mag nu eenmaal niemand ontbreken. Zeker de remedial teacher niet!