Praktijk De Ezelsbrug biedt begeleiding op maat voor kinderen en jongeren van 6 tot 21 jaar die zijn uitgevallen binnen het regulier onderwijs. De praktijk bootst een schoolse setting na en werkt met kleine groepen van maximaal 6 jeugdigen. Bij De Ezelsbrug staat een kind echt centraal. In dit interview spreken we met Carla Hartman en Marije Jumelet, de leidinggevenden van Praktijk De Ezelsbrug. Ze delen met ons hoe hun praktijk is ontstaan. Hoe de begeleiding er precies uitziet en waarom de leerlingen die zij begeleiden juist zoveel hebben aan begeleiders die kennis hebben van het onderwijs.
Kun je ons meer vertellen over De Ezelsbrug?
Jumelet: “Sinds 2016 biedt De Ezelsbrug onderwijs en zorg op maat voor kinderen die dreigen uit te vallen of al thuiszitten. Op De Ezelsbrug is er mogelijkheid tot onderwijs, koken, sport en spel en muziek. Samen met alle betrokkenen rondom het kind bewandelen we een passende ontwikkelroute om tot een passend perspectief te komen. We leveren daarvoor maatwerk en kijken wat haalbaar is voor elk afzonderlijk kind. Onze missie is om het traject voor thuiszitters verder te ontwikkelen door passende zorg te leveren voor kinderen en jongeren die niet naar school gaan. Daarom denken we graag buiten de kaders; het uitgangspunt van verwachting is niet wat ‘normaal’ en wenselijk is. Maar juist wat haalbaar is en het herkennen van talenten van elk kind is daarbij belangrijk.”
Jullie begeleiden zo'n 28 leerlingen, in de leeftijd van 4 tot 21 jaar. Kun je ons wat meer vertellen over hoe deze begeleiding er precies uitziet?
Jumelet: “We hebben deze leerlingen verdeeld over drie groepen, met nog wat subgroepen en soms vinden er ook kleine 1 op 1 momenten plaats. We scholen ons personeel zo dat ze zowel onderwijskundige als zorggerelateerde taken kunnen uitvoeren. Het ideale scenario is dat onze medewerkers zowel een onderwijsachtergrond hebben als SKJ geregistreerd zijn, zodat ze zowel onderwijskundige als zorggerelateerde taken kunnen uitvoeren. Dat is natuurlijk het meest ideale, maar dat is best wel lastig, want je bevindt je op dat raakvlak tussen zorg en onderwijs.”
Jullie zijn natuurlijk de leidinggevenden, dus jullie sturen het geheel aan. Kun je ons vertellen hoe de structuur binnen jullie organisatie eruitziet en welke rol zorgmedewerkers hierin spelen?
Jumelet: “We werken met SKJ geregistreerde zorgmedewerkers en/of leerkrachten. Zoals gezegd is het voor ons belangrijk om de juiste combinatie van zorg en onderwijs te vinden. De docent geeft aan wat de leerlingen aankunnen en wat niet, en stuurt hierin ook de medewerkers aan. De zorgmedewerkers leveren de zorg, maar wel in een schoolse setting. We willen dat de kinderen het gevoel hebben dat ze hier eigenlijk naar school gaan, ook al zijn we geen officiële school. Door deze structuur neer te zetten, normaliseren we de situatie. We vinden het belangrijk dat ieder kind naar school gaat, dus ook deze kinderen. Alleen kunnen zij vaak een korte spanningsboog hebben en het niet zo lang volhouden. Ze hebben veel meer afwisseling nodig tussen ontspanning en inspanning.”
Hartman: “Er komen kinderen met bepaalde gedragsstoornissen en die gediagnosticeerd zijn via DSM, zoals hechtingsproblematiek of autisme. Deze kinderen vallen vaak uit in het reguliere onderwijs, terwijl ze wel willen leren. Ze willen graag naar school om te leren.”
Hoe ziet een dag en een groep er uit?
Jumelet: “Niet elk kind komt hier elke dag, dus het is echt een puzzel om ervoor te zorgen dat elk kind de nabijheid en individuele begeleiding krijgt die ze nodig hebben. Het hangt ook af van de samenstelling van de groep. In principe hanteren we een maximum van 6 leerlingen per groep. De ene leerling komt bijvoorbeeld een halve dag, terwijl de ander de hele week komt. Het doel is natuurlijk altijd om de leerlingen weer terug te leiden naar het reguliere onderwijs. Maar soms lukt dat niet, of duurt het langer. Meestal duurt het wel een jaar of anderhalf jaar voordat een kind weer ergens anders naartoe kan. Het is een kwestie van kijken naar de vraag achter de vraag: wat maakt dat een kind weer in de groei komt, of hoe kunnen we een kind weer positief laten zijn?”
Hoe pakken jullie dat aan?
Jumelet: “Door heel veel en goed samen te werken met alle betrokkenen en door maatwerk te leveren. Kijken we bijvoorbeeld naar leermethodes, dan hanteren we er verschillende. Sommige methodieken hebben te veel afleiding, te veel plaatjes en gaan heen en weer tussen verschillende pagina's. Dat kan verwarrend zijn. We proberen dan eigen materiaal te ontwikkelen dat beter aansluit bij de behoeften van onze leerlingen. We werken ook samen met de school van inschrijving. De school houdt de zorgpliht en blijft verantwoordelijk voor het lesmateriaal. En soms stappen we af van het reguliere omdat een kind niet verder komt en dan kijken we wat wel kan. Het we stemmen echt af met het kind.”
Kun je ons iets vertellen over de leerlingen die jullie begeleiden?
Hartman: “We hebben leerlingen die moeite hebben om het leerproces weer op gang te krijgen. Voor hen proberen we creatief te zijn. Maar we hebben ook NT2 leerlingen die al wel veel ouder zijn en de taal nog moeten leren. Voor hen is 'Veilig Leren Lezen' niet altijd handig. Dus daar proberen we lesmateriaal voor te verzamelen. Ook komt het voor dat leerlingen nog steeds op het niveau van groep 3 of 4 werken, terwijl ze al 9 of 10 jaar zijn. Sommige kinderen zijn er gewoon niet aan toe om naar school te gaan. Sommigen passen er sociaal-emotioneel nog lang niet in, omdat ze nog veel jonger zijn op dat gebied en veel meer ondersteuning nodig hebben om te groeien. De verwerkingstijd is dan vaak ook langzamer. We werken daarom nauw samen met de ouders en andere betrokkenen. Want vaak heeft een leerling al een moeilijke periode achter de rug met veelal trauma voordat een kind bij ons. We gaan samen verwachtingen bijstellen en zorgen dat er duidelijke en juiste afspraken en doelen gesteld worden die haalbaar zijn.”
Denken jullie dat remedial teachers in het regulier onderwijs veel kunnen doen op het gebied van begeleiding voor deze leerlingen?
Hartman: “Ik ben zelf geregistreerd remedial teacher bij de LBRT. Dat maakt dat ik juist weet hoe we een cognitieve taak kunnen vervullen. In het onderwijs kun je leraren ondersteunen of extra hulp te bieden, of juist meer maatwerk te bieden. Daar is op dit moment nog niet genoeg aandacht voor. De ondersteuningsbehoefte van de leerlingen die bij ons komen, is groot. En uit de praktijk blijkt dat deze leerlingen in de groep in het reguliere onvoldoende ondersteuning hebben ontvangen. De expertise, zoals een remedial teacher die heeft, is daar niet altijd aanwezig. Ik denk dus dat er echt behoefte is aan meer professionele ondersteuning, ook voor de leerkrachten in het regulier onderwijs, zodat zij beter kunnen omgaan met prikkelgevoelige kinderen die graag zelf ook een inbreng willen hebben.”
Jumelet: “Ik geloof zelfs dat een in een remedial teacher in de zorg goed zou werken. We moeten van elkaar leren en dus ook goed samenwerken. Dan pas kom je in trajecten zoals deze tot echte resultaten. De expertise van een remedial teacher is dus welkom.”