U bent hier:

Hoge verwachtingen lonen - 32/4

Achtergrond

Het Pygmalion-effect, genoemd naar de Griekse mythologische figuur die een beeldhouwsel maakte dat tot leven kwam, illustreert een diepgaande waarheid in het onderwijs: de verwachtingen die leraren koesteren ten aanzien van hun leerlingen, hebben een directe invloed op de prestaties van die leerlingen. Zo’n vijfentwintig jaar geleden deed ik mijn afstudeeronderzoek naar dit fenomeen. Tijdens mijn onderzoek werd het bij ons thuis al snel het “Pygmarioneffect” genoemd, naar mijn voornaam, Marion. Dit effect is een van de meest fascinerende en invloedrijke ontdekkingen in de onderwijspsychologie, en het heeft belangrijke implicaties voor hoe we onderwijs vormgeven en hoe we leerlingen kunnen helpen om hun volledige potentieel te bereiken.

Het ontstaan van het Pygmalion-effect
Het Pygmalion-effect werd voor het eerst grondig onderzocht in 1968 door Robert Rosenthal en Leonore Jacobson. Hun onderzoek richtte zich op de vraag of  de verwachtingen van leraren de prestaties van hun leerlingen konden beïnvloeden. Rosenthal en Jacobson vertelden leerkrachten dat bepaalde leerlingen in hun klas ‘laatbloeiers’ waren, gebaseerd op fictieve testscores die suggereerden dat deze leerlingen uiteindelijk succes-vol zouden worden. Dit leidde ertoe dat deze ‘uitverkorenen’ daadwerkelijk beter gingen presteren. De  verwachtingen van de leraren werden een selffulfilling prophecy. Hoewel dit onderzoek baanbrekend was, ontkwam het niet aan kritiek. Onderzoekers zoals Snow (1995) be-toogden dat de willekeurige selectie van leerlingen in het experiment een vertekend beeld zou kunnen geven van de resultaten. Desondanks kon geen enkele studie volledig weerleggen dat de verwachtingen van leraren een significante invloed hebben op de prestaties van leerlingen. Het onderzoek van Rosenthal en Jacobson legde een fundament dat sindsdien is uitgebreid en verdiept door talloze andere studies.

Verwachtingen en hun invloed op de leerling
Eén van de meest recente en invloedrijke stemmen in dit veld is Christine Rubie-Davies, een expert in onderwijs-psychologie aan de Universiteit van Auckland in 
Nieuw-Zeeland. Rubie-Davies heeft uitgebreid onder-zoek gedaan naar hoe hoge verwachtingen van leraren leerlingen kunnen helpen om boven zichzelf uit te stijgen. Ze ontdekte dat leerlingen van wie leraren hoge verwachtingen hebben, niet alleen beter presteren, maar ook meer zelfvertrouwen en een beter zelfbeeld ontwik-kelen. Dit geldt vooral voor leerlingen uit gemarginali-seerde groepen, zoals de Maori-leerlingen in 
Nieuw-Zeeland, die vaak te maken hebben met lage verwachtingen en de bijbehorende slechtere prestaties. Rubie-Davies benadrukt dat leraren hun verwachtingen baseren op verschillende factoren, zoals eerdere school-prestaties, houding, en sociale achtergrond van de leerling. Deze verwachtingen kunnen leiden tot hard-nekkige vooroordelen, vooral wanneer ze worden beïnvloed door stereotypen over sociale klasse, etnici-teit, en geslacht. Dit betekent dat sommige leerlingen, nog voordat ze de kans hebben gekregen om zich te bewijzen, al zijn gebrandmerkt met lage verwachtingen, wat hun kansen op succes beperkt.

Flexibel groeperen: een nieuwe benadering
Eén van de sleutelstrategieën die Rubie-Davies voorstelt om deze negatieve effecten te doorbreken, is flexibel groeperen in de klas. Traditioneel worden leerlingen vaak ingedeeld op basis van hun vaardigheidsniveau, wat kan leiden tot segregatie binnen de klas en ongelijke kansen voor leerlingen om zich te ontwikkelen. Flexibel groeperen houdt in dat leerlingen regelmatig van groep wisse-len, ongeacht hun niveau, zodat iedereen de kans krijgt om met verschillende klasgenoten samen te werken.

In een praktijkvoorbeeld uit een basisschool in Auckland werd flexibel groeperen ingevoerd als onderdeel van een breder onderwijsinitiatief gericht op het verhogen van de verwachtingen en het verbeteren van de leerprestaties van alle leerlingen. Bij deze aanpak werden leerlingen niet langer op basis van hun vaardigheden gescheiden in vaste niveaugroepen, maar werkten ze in wisselende groepen met klasgenoten van verschillende vaardig-heidsniveaus.
Het effect van deze aanpak was bijzonder positief. Laag presterende leerlingen, die in traditionele niveaugroepen vaak de kans missen om zich cognitief uitgedaagd te voelen, profiteerden aanzienlijk van de samenwerking met hun hoger presterende klasgenoten. Door samen te werken met medeleerlingen die sterker waren in bepaalde vakken, kregen deze leerlingen niet alleen de kans om complexe taken aan te pakken, maar werden ze ook gemotiveerd om harder te werken en hun eigen leer-doelen te bereiken. Het verschil in prestaties tussen de leerlingen werd kleiner, omdat de zwakkere leerlingen sterker werden in hun prestaties. Daarnaast merkte de school op dat de algehele sfeer in de klas aanzienlijk verbeterde. Leerlingen ontwikkelden een gevoel van wederzijds respect en steun, doordat ze de sterke en zwakke punten van elkaar leerden kennen en waarderen. Deze aanpak leidde niet alleen tot cognitieve verbeteringen, maar ook tot een sterkere sociale cohesie binnen de klas. Leerlingen voelden zich meer verbonden met elkaar, wat zorgde voor een positieve groepsdynamiek en een veiliger leerklimaat. Verder zorgde het flexibel groeperen ervoor dat leerlingen zelfvertrouwen opbouwden, doordat ze regelmatig de kans kregen om te werken aan taken die voor hen uitdagend maar haalbaar waren. Het feit dat ze in verschillende groepen werkten, zorgde er ook voor dat ze leerden om zich aan te passen aan verschillende werkstijlen en samenwerkingsverbanden. Dit droeg bij aan hun sociale ontwikkeling en versterkte hun probleem- oplossend vermogen. Het succes van dit voorbeeld uit Auckland laat zien dat flexibel groeperen niet alleen bijdraagt aan cognitieve vooruitgang, maar ook aan het ontwikkelen van een inclusieve, ondersteunende leeromgeving waar iedere leerling de kans krijgt om te excelleren.

Het belang van een positief klasklimaat
Een positief klasklimaat is cruciaal voor het succes van leerlingen. Rubie-Davies ontdekte dat leraren die hun klassenmanagement goed op orde hebben, meer tijd en energie kunnen steken in het ondersteunen van indivi-duele leerlingen. Dit leidt tot een leeromgeving waarin leerlingen zich veilig voelen, wat essentieel is voor hun persoonlijke ontwikkeling.

'Leraren met goed klassen- management kunnen meer tijd en energie besteden aan individuele leerlingen'

Een goed voorbeeld hiervan komt uit een school in Rotterdam, waar leraren werden getraind om bewuster om te gaan met hun non-verbale communicatie en interacties met leerlingen. Ze leerden hoe zelfs een simpele blik of houding invloed kan hebben op het zelfbeeld van een leerling. Deze bewustwording leidde tot een warmer en ondersteunender klasklimaat, waarin leerlingen zich meer gewaardeerd en gehoord voelden. Daarnaast speelt het opbouwen van vertrouwen tussen leraar en leerling een cruciale rol. Wanneer leerlingen merken dat hun leraar echt in hen gelooft, zijn ze meer gemotiveerd om hard te werken en risico's te nemen in hun leerproces. Dit vertrouwen moet worden opge-bouwd door consistente, positieve interacties en door een omgeving te creëren waarin leerlingen fouten mogen maken en hiervan kunnen leren zonder angst voor afwijzing.

De kracht van autonomie
Het stellen van doelen is een van de meest effectieve manieren om leerlingen te motiveren en te betrekken bij hun eigen leerproces. Rubie-Davies pleit voor het gebruik van zogenaamde beheersdoelen, die gericht zijn op het ontwikkelen van vaardigheden en competenties in plaats van alleen maar op het behalen van cijfers of andere extrinsieke beloningen.
Wanneer leerlingen wekelijks hun persoonlijke doelen bespreken en evalueren met hun leraar, verhoogt dit niet alleen de motivatie van de leerlingen, maar geeft het hen ook een groter gevoel van autonomie en verantwoorde-lijkheid voor hun eigen leerproces. Deze aanpak leidt tot betere leerresultaten en een groter zelfvertrouwen onder de leerlingen.
Een belangrijk aspect bij het stellen van doelen is dat deze specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden (SMART) moeten zijn. Door doelen SMART te formuleren, krijgen leerlingen niet alleen een helder en concreet richtpunt, maar ook een duidelijke structuur waarmee ze hun vooruitgang kunnen monitoren. Dit helpt hen om stap voor stap te werken aan hun leerdoelen, wat hun motivatie en zelfvertrouwen versterkt. Specifieke doelen zorgen ervoor dat leerlingen precies weten wat er van hen wordt verwacht. Meetbare doelen maken het mogelijk om hun vooruitgang objectief te evalueren, waardoor successen duidelijk zichtbaar worden en ze kunnen zien hoe ver ze zijn gekomen. Doelen die acceptabel en realistisch zijn, houden rekening met de individuele capaciteiten en omstandig-heden van de leerling, waardoor ze niet ontmoedigd raken door onrealistische verwachtingen. Een tijdgebon-den kader zorgt ervoor dat er een gevoel van urgentie en focus ontstaat, waardoor leerlingen leren om efficiënt te werken en hun tijd effectief te beheren.
Voor leraren biedt het werken met SMART-doelen een concreet kader om gerichte, opbouwende feedback te geven. Door de voortgang van de leerling regelmatig te evalueren, kunnen leraren snel inspelen op eventuele obstakels en de nodige ondersteuning bieden. Dit maakt het leerproces niet alleen effectiever, maar zorgt er ook voor dat leerlingen zich gezien en begrepen voelen. SMART-doelen fungeren zo als een brug tussen leraar en leerling, waarin duidelijke communicatie en wederzijds begrip centraal staan. Deze aanpak bevordert niet alleen de prestaties, maar draagt ook bij aan een positief zelfbeeld en een gevoel van competentie bij leerlingen.

Ondersteuning vanuit het management
Hoewel individuele leraren veel kunnen doen om hun verwachtingen en het klasklimaat te verbeteren, is het van cruciaal belang dat deze inspanningen worden ondersteund door het bredere schoolmanagement én door professionals zoals remedial teachers. Schoollei-ders spelen een sleutelrol bij het creëren van een cultuur waarin hoge verwachtingen de norm zijn en waarin leraren de middelen en de steun krijgen die ze nodig hebben om deze verwachtingen effectief in de praktijk te brengen. Remedial teachers kunnen hierin een aanvul-lende en versterkende rol spelen door zowel leraren als leerlingen te ondersteunen in dit proces. Cruciaal is de rol van schoolleiders, die actief betrokken moeten zijn bij de implementatie van nieuwe onderwijs-strategieën, zoals flexibel groeperen en het stellen van doelen. Remedial teachers zouden hierbij leraren kunnen helpen en kunnen ondersteunen bij het ontwikkelen van effectieve differentiatie- en interventiestrategieën. Door expertise in te zetten om maatwerk te leveren binnen de bestaande onderwijsstrategie, dragen remedial teachers bij aan het succes van elke leerling, ongeacht hun startniveau. Zo wordt er een inclusieve leeromgeving gecreëerd waarin iedereen de kans krijgt om te excelle-ren en ervoor zorgen dat ook deze leerlingen voldoen aan de hoge verwachtingen die in de klas worden gesteld. Dit resulteert niet alleen in verbeterde leerpres-taties, maar ook in een verhoogd zelfvertrouwen. Het is de gezamenlijke inspanning die leidt tot een cultuur van hoge verwachtingen die de prestaties van alle leerlingen ten goede komt. Het is daarom essentieel dat schoolleiders niet alleen richtlijnen uitvaardigen, maar ook actief betrokken zijn bij de uitvoering van deze strategieën. Dit kan bijvoorbeeld door regelmatig aanwezig te zijn in de klas, samen te werken met remedial teachers, intern begeleiders en onderwijsassis-tenten om individuele leerlingbehoeften in kaart te brengen, en ervoor te zorgen dat de hele school-gemeenschap, inclusief ondersteunend personeel, betrokken is bij het streven naar hoge verwachtingen.

Praktische voorbeelden en tips voor leraren
Rubie-Davies biedt verschillende praktische tips om leraren te helpen hun verwachtingen te verhogen en een positief klasklimaat te bevorderen. Ten eerste is het belangrijk dat leraren zich bewust zijn van hun non-verbale communicatie. Een leerling kan zich bijvoorbeeld enorm afgewezen voelen door een simpele afkeurende blik, zelfs als de leraar dit niet zo bedoelde. Door zich bewust te zijn van deze subtiele signalen, kunnen leraren een warmer en ondersteunender klaslokaal creëren. Daarnaast is het maken van een sociogram een waarde-vol hulpmiddel. Dit helpt om inzicht te krijgen in de sociale dynamiek van de groep en om gericht te werken aan het verbeteren van relaties tussen leerlingen. Door bijvoorbeeld te zorgen dat jongens en meisjes met elkaar samenwerken, kan de leraar helpen om stereoty-pen te doorbreken en de cohesie in de klas te verster-ken. Verder is het belangrijk om leerlingen verantwoordelijk-heid te geven voor hun eigen leerproces. Dit kan worden gedaan door hen actief te betrekken bij het stellen van doelen en hen de ruimte te geven om zelf te reflecteren op hun voortgang. Door leerlingen meer autonomie te geven, verhoogt de leraar niet alleen hun betrokkenheid, maar ook hun intrinsieke motivatie om te leren.

De langetermijnvoordelen van hoge verwachtingen 

Hoge verwachtingen lonen. Het Pygmalion-effect heeft aangetoond dat de overtuigingen en verwachtingen van leraren een directe en significante invloed kunnen hebben op de prestaties van hun leerlingen. Door bewust en doelgericht te werken aan het verhogen van deze verwachtingen, kunnen leraren een omgeving creëren waarin alle leerlingen de kans krijgen om te excelleren. Christine Rubie-Davies' onderzoek onderstreept dat deze benaderingen niet alleen gunstig zijn voor hoog presteerders, maar juist ook voor leerlingen die vaak over het hoofd worden gezien. Het is naar mijn mening de verantwoordelijkheid van het hele onderwijssysteem, van leraren tot schoolleiders en remedial teachers om ervoor te zorgen dat hoge verwachtingen de norm worden, zodat elke leerling zijn of haar volledige potentieel kan bereiken.