Taal bij Rekenen
In ons rekenonderwijs neemt het realistisch rekenen waarbij we veel aandacht hebben voor contextsommen, een grote plek in. Hierbij worden situaties geschetst uit het ‘echte leven’ waarbij kinderen een rekenvraag of rekenprobleem oplossen. Er is een groep meertalige kinderen die grote problemen ervaart bij de taligheid van contextsommen doordat ze een tekort aan woordenschat hebben in de Nederlandse taal. Als remedial teacher kun je een belangrijke bijdrage leveren aan het uitbreiden van de (reken-)woordenschat. Maar de achtergrond en de meertaligheid van het kind zouden doorslaggevend moeten zijn bij de keuzes die je maakt bij de begeleiding van rekenen.
Beginsituatie
Het onderwijs dat het kind (eventueel) heeft genoten in het thuisland, speelt een grote rol bij het bepalen van de begin-situatie. Volgens Hoogland (Van Dusseldorp, 2009) is er verschil tussen landen in hoe zij hun rekenonderwijs vorm-geven; sommigen werken aan toegepast rekenen terwijl in andere landen vaker traditioneel gerekend wordt.
De ervaring leert dat niet alle kinderen in hun thuisland hebben gewerkt aan vlot rekenen, terwijl in ons systeem het automatiseren en memoriseren een belangrijke plek inneemt. Soms is de getallenlijn nieuw als hulpmiddel bij optellen en aftrekken, en gebruikt het kind het turven bij deze sommen. Dit alles is cruciale informatie bij het selec-teren van rekenonderdelen die je wil aanbieden. Vraag de ouders naar de inhoud van het rekenonderwijs in het thuis-land en ga per rekendomein na welke strategieën het kind toepast en hoe het de opgaven aanpakt. Rekendoelen
Als je de beginsituatie in beeld hebt, kan het kind de leerstof wellicht op sommige onderdelen versnellen. Wordt het cijferend optellen en aftrekken beheerst, dan volstaat het onderhouden van de vaardigheid.
De remedial teacher bepaalt samen met de leerkracht welke rekenonderdelen nog aan bod moeten komen en brengt de rekenwoordenschat die daarbij hoort in kaart. Bespreek samen het leerdoel bij de type contextsommen die je wil aanbieden. Voor een passend aanbod per rekendomein zijn de leerroutes van Passende Perspectieven van SLO bruik-baar (Po/S(B)O Rekenen, z.d.). Heb hoge verwachtingen. Laat het kind waar mogelijk direct met de groep meedoen en streef ernaar het volledige curriculum aan te bieden.
Selectie van woorden
In contextopgaven komen zowel dagelijkse woorden (‘een voorstelling’) als schooltaalwoorden (‘een verschillend tarief’) als vaktaalwoorden (‘de gemiddelde prijs’) voor. Aan alle drie de typen woorden moet aandacht worden besteed. Vertaal de woorden en rekenbegrippen altijd in de thuistaal van het kind. Het kan zijn dat het begrip reeds aanwezig is, maar dat alleen het label in het Nederlands nog moet worden aangeleerd. Gebruik voor de oudere kinderen de iMat-Rekenbegrippen in diverse talen (https://www.hivset. be, 2024).
Gebruik voor de lessen rekenwoordenschat het Hande-lingsmodel op niveau 1 (Van Groenestijn et al., 2011). Bied de rekenbegrippen aan binnen een context, in realistische situaties en maak gebruik van concrete materialen. Pas als dit wordt beheerst kunnen de andere fasen worden doorlo-pen tot aan het uitvoeren van formele bewerkingen.
Een voorbeeld: in contextsommen van groep 3 komt opval-lend vaak het woord hoeveel voor. Vertaal het begrip in de thuistaal. Omdat hoeveel onlosmakelijk is verbonden met tellen, oefen je ook dat in het Nederlands. Breid het begrip uit met de woorden: hoeveel samen? Hoeveel bij elkaar? Hoeveel ieder/ elk kind? De praktijk leert dat vooral begrippen als hoeveel meer, hoeveel langer enz. extra uitleg behoeven.
Bij deze woorden gaat het om vergelijkingen. Hierbij komen ook begrippen als evenveel, even lang, hetzelfde, het verschil en anders aan bod. Bied bij dergelijke vergelijkingen altijd de overtreffende trap aan: meer, het meest of lang, langer, het langst. Bied de woorden aan in een trap volgens de didactiek van Logo3000 (Lesmateriaal LOGO - Rezulto de Woordenschatexpert, z.d.). Laat de begrippen in zo veel mogelijk verschillende situaties terugkomen. Denk aan het vergelijken van voorwerpen maar ook aan geld (hoeveel euro meer of minder), klokkijken (hoeveel uur eerder of later) of meten (hoeveel cm langer of korter, hoeveel liter meer of minder). Bied de woorden altijd aan in een context en binnen het thema waarmee de klas op dat moment werkt. Los samen met het kind elke week een paar context- sommen op. Oefeningen en materialen van Met Sprongen Vooruit (Julie Menne Instituut - met Sprongen Vooruit, z.d.) zijn geschikt om rekenbegrippen toe te passen en te consolideren.
Toetsen
Nieuwkomers op een reguliere school worden net als hun Nederlandstalige klasgenoten, getoetst. De keuze van een rekentoets speelt een grote rol bij wat meertalige kinderen kunnen laten zien van hun rekenvaardigheden. In de onlangs verschenen publicatie ‘Nieuwe meertalige toet-spraktijken in het rekenonderwijs’ (Van Popta et al., 2021) wordt een tweejarig project beschreven waarbij door vijf basisscholen meertalig is getoetst. Dit vanuit de overtuiging dat ‘het benutten van de meertaligheid van deze leerlingen bij het evalueren van hun rekenvaardigheid, helpt om meer zicht te krijgen op hun potentieel.’ Er werden onder andere opgaven vertaald (soms met behulp van een tolk) en er werden afbeeldingen toegevoegd om de tekst te verduide-lijken. Dit alles leverde bruikbare inzichten op in de reken-ontwikkeling van het meertalige kind, maar vergrootte ook de sociaal-emotionele betrokkenheid. Er waren echter ook hobbels: alle aanpassingen aan bestaande toetsen bleken ingewikkeld en tijdrovend.
Dit project leert ons dat er binnen de formatieve toetsprak-tijk nog mogelijkheden liggen om -ook in het reguliere onderwijs- enkele van de beschreven accommodaties toe te passen. Dit alles met als doel een eerlijker beeld van de rekenontwikkeling van het meertalige kind te krijgen. Nadat we de beginsituatie van meertalige kinderen goed in beeld hebben gekregen, kunnen we onze rekenhulp én formatieve toetsen aanpassen aan de behoefte van het kind. Enerzijds door gebruik te maken van de thuistaal en ander-zijds door fors in te zetten op het uitbreiden van de (reken-) woordenschat. Niet met als primair doel hoger te scoren op toetsen, maar om de kinderen in staat te stellen rekenvaar-digheden toe te passen in realistische situaties en daar in het Nederlands woorden aan te geven.
Bronnen:
- https://www.hivset.be. (2024, 14 februari). DoorElkaar project: i-Mat - Hivset. Hivset - Zorg Voor de Toekomst. https://www.hivset.be/initiatieven/doorelkaar/de-wat/imat/ • Julie Menne Instituut - met Sprongen vooruit. (z.d.). https://www.metsprongenvooruit.nl/
- Lesmateriaal LOGO - Rezulto | De woordenschat-expert. (z.d.). Rezulto | de Woordenschatexpert. https://rezulto.nl/lesmateriaal/logo/
- Po/s(b)o rekenen. (z.d.). SLO. https://www.slo.nl/thema/meer/passende/po/rekenen/ • Van Dusseldorp, E. (2009). Realistisch rekenen:
- Ter discussie in Nederland, in opmars daarbuiten. Villa Onderwijs, 2009. https://www.gecijferdheid.nl/Publicaties/Villa_Onderwijs_Interview_Kees_Hoogland.pdf
- Van Groenestijn, M., Borghouts, C., Janssen, C., Koninklijke Van Gorcum BV, Connie Bodin, Gerjan van Dijken, Dolf Janson, Netty Pronk, Rieneke Smith, Els Terlien, Peter de Wert, & Jaap Vedder. (2011). Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en dyscalculie (Agnes Laeven, Red.) [Protocol]. Koninklijke Van Gorcum BV. https://erwd.nl/_downloads/protocol- ernstige-reken-wiskundeproblemen-en-dyscalculie/basisonderwijs/protocol-erwd-po-bso-so.pdf
- Van Popta, M., Alberto, R., Ronde, K., Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, LOWAN, SLO, Het ABC, Bureau ICE, Universiteit Gent, Universiteit Utrecht, iPabo, Lectoraat Beroepsonderwijs van Hogeschool Utrecht, & Stichting Porticus. (2021). Nieuwe meertalige toetspraktijken in het rekenonderwijs. https://www.lowan.nl/wp-content/uploads/2024/01/Nieuwe-meertalige- toetspraktijken-in-het-rekenonderwijs.pdf