U bent hier:

Missie geslaagd! - 33/1

Achtergrond

Hoe pak je het identificeren van specifieke leerproblemen aan bij leerlingen, en hoe zorg je ervoor dat je begeleiding aansluit bij hun individuele behoeften?
“Wanneer een kind of jongere in mijn praktijk wordt aangemeld, start ik altijd met een vrijblijvend kennismakingsgesprek. We bespreken samen wat de hulpvraag is en wat het kind nodig heeft. Daarbij kijk ik ook of ik de juiste persoon ben om te helpen. De stem van het kind speelt hierin een essentiële rol; hij of zij moet zich comfortabel voelen en willen samenwerken.”

“Als dat het geval is, begin ik met de onderzoeksfase. Afhankelijk van de hulpvraag voer ik gesprekken met ouders en het kind zelf, neem ik contact op met de school, en analyseer ik gegevens uit het leerlingvolgsysteem. Ik bekijk ook eventuele onderzoeksverslagen en voer didactisch onderzoek uit in mijn praktijk. Voor spelling gebruik ik bijvoorbeeld het PI-dictee en de Schoolvaardigheidstoetsen van Boom.”

“Alle verzamelde informatie bundel ik in een plan van aanpak. Dit plan bevat de aanleiding, de hulpvraag, de doelen, de werkwijze en de verwachte tijdsduur. Ik deel dit plan met de ouders, en na hun akkoord starten we de begeleiding. Elke leerling heeft een eigen plan, dat dient als leidraad voor de begeleiding en zorgt voor een gerichte aanpak op maat. Tijdens het traject evalueer ik regelmatig samen met ouders en het kind om te zien of de ondersteuning effectief is. Mijn doel is om niet blijvend nodig te zijn. Ik help kinderen en jongeren zó te groeien dat ze uiteindelijk zelfstandig verder kunnen. Het is prachtig om samen te vieren wanneer doelen worden behaald en een kind kan zeggen: ‘Ik kan het zelf!’”

Welke methodes en technieken gebruik je het meest in je praktijk, en waarom vind je deze effectief voor de leerlingen die je begeleidt?
“In mijn praktijk begeleid ik leerlingen van 6 tot 18 jaar met uiteenlopende hulpvragen, zoals problemen met technisch en begrijpend lezen, spelling, rekenen, leren leren, en executieve vaardigheden. Omdat ik een generalist ben, maak ik gebruik van diverse materialen die aansluiten bij de specifieke hulpvraag.”

“De afgelopen jaren heb ik me verdiept in de ontwikkeling van executieve vaardigheden. Ik begeleid steeds meer leerlingen met uitdagingen op het gebied van bijvoorbeeld taakinitiatie of inhibitie. Een van mijn favoriete tools hiervoor zijn de “Gesprekskaarten Executieve Functies” van Leren Leren Nederland. Deze kaarten zijn een waardevol hulpmiddel om in gesprek te gaan met leerlingen over hun sterke en minder ontwikkelde vaardigheden.”

“Ik heb vaak ervaren dat deze tool leerlingen enorm helpt om inzicht te krijgen in hoe hun vaardigheden hen kunnen helpen of juist belemmeren. Dit leidt tot open en soms ontroerende gesprekken, waarin leerlingen echt eigenaar worden van hun eigen ontwikkeling. ‘Het kwartje valt’, en ze zien hoe ze verder kunnen.”

Hoe werk je samen met ouders, leraren en andere professionals om een aanpak te waarborgen in de ondersteuning van een leerling?
“Ik werk altijd vanuit de driehoek kind, ouders en school. Door samen te werken wordt de begeleiding effectiever. Met input van de leerling, ouders en school kan ik de begeleiding afstemmen om samen de doelen te bereiken. Ouders kunnen bijvoorbeeld de technieken die tijdens de remedial teaching worden aangeleerd ook thuis toepassen, zodat het kind extra kan oefenen.”

“Bij basisschoolleerlingen houd ik ouders wekelijks op de hoogte via Mijn Superkracht, een beveiligde omgeving voor communicatie tussen remedial teachers, leerlingen, ouders en scholen. Tijdens het traject is er regelmatig contact om te evalueren of we op koers liggen en of er aanpassingen nodig zijn. Het traject sluit ik altijd af met een evaluatieverslag en een eindgesprek om de resultaten en mogelijke vervolgstappen te bespreken.”

“Met scholen heb ik eveneens regelmatig contact. Vooral het gesprek voorafgaand aan de begeleiding is waardevol. We bespreken wat de school ziet, waar de kansen en knelpunten liggen, en wie welke rol oppakt. Wanneer nodig werk ik samen met andere professionals en neem ik deel aan multidisciplinaire overleggen.”

Welke veranderingen of trends in het onderwijs hebben volgens jou de grootste impact gehad op jouw werk als remedial teacher?
“Ik zie dat ‘breinleren’ steeds meer aandacht krijgt. Deze benadering, die kennis uit de neurowetenschappen gebruikt om leren te optimaliseren, heeft mijn interesse en draagt zeker bij aan de ondersteuning van kinderen. Ik leg bijvoorbeeld leerlingen uit hoe informatieverwerking werkt en hoe dit invloed heeft op hun studieaanpak. Waarom is herhaling belangrijk? Hoe houd je je focus vast?”

“Omdat het onderzoeksveld van de neurowetenschappen voortdurend in ontwikkeling is, blijf ik als onderwijsprofessional op de hoogte van nieuwe inzichten en pas ik wetenschappelijk onderbouwde methoden toe. Dit maakt mijn werk niet alleen effectiever, maar ook enorm boeiend.”

Kun je een voorbeeld geven van een succesverhaal uit je praktijk waarbij jouw begeleiding een duidelijk verschil maakte in het leerproces of zelfvertrouwen van een leerling?
“Een leerling uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs kwam bij mij binnen met lage cijfers en een gebrek aan motivatie. Ondanks zijn intelligentie zag hij het nut van sommige vakken niet in, wat leidde tot stress en onzekerheid. Samen onderzochten we zijn hulpvragen met behulp van de “Gesprekskaarten Executieve Functies”. Hij wilde werken aan taakinitiatie, doorzettingsvermogen en afronding.”

“In de begeleiding richtten we ons op het maken van een haalbare planning, het aanleren van leertechnieken en het opbouwen van een huiswerkroutine. Het was niet altijd makkelijk, maar elk succesje motiveerde hem om door te zetten. Aan het einde van het schooljaar ging hij met glans over naar de derde klas. Nog belangrijker was dat hij zijn enthousiasme en zelfvertrouwen terugvond.”

“Een jaar later kwam hij terug, niet omdat het slecht ging, maar omdat hij zelf nog wat extra puntjes op de i wilde zetten. Dat moment voelde als een bevestiging: missie geslaagd.”