Goed
Voor de nieuwe lezers van mijn column, maar misschien ook voor degenen bij wie het niet meer helemaal scherp op het netvlies staat: ik ben inmiddels zo’n twintig jaar remedial teacher. Daarvoor stond ik voor de klas, van kleuters tot groep acht. De onbevangenheid van kleuters kan me diep raken, terwijl eerstejaars vmbo-leerlingen me telkens weer weten te verbazen. En eerlijk gezegd ligt dat niet altijd aan hen; soms stap ik zelf ook wat naïef een gesprek in.
Al tien jaar werk ik met vmbo-leerlingen met uiteenlopende onderwijsbeperkingen, zoals dyslexie, dyscalculie, TOS, slechthorendheid, NT2-achtergronden en ADHD. Elke leerling brengt zijn eigen uitdagingen én verrassingen met zich mee. En dan gebeurt het weer. Onlangs begeleidde ik een leerling met een flinke TOS…
Ik weet hoe belangrijk het is om deze leerlingen duidelijke, gerichte vragen te stellen. Deze jongen is een echte doorzetter en doet het opvallend goed op school. Voor alle vakken staat hij ruim voldoende, en samen met zijn moeder plant hij zorgvuldig wanneer hij wat moet leren. Tijdens mijn driewekelijkse gesprek vroeg ik hem of hij al bezig was met de voorbereiding voor zijn repetitie Nederlands. “Ja mevrouw, allang hoor,” antwoordde hij. Waarop ik vroeg: “Hoe vind je de persoonsvorm?”
Zijn reactie was zowel hilarisch als een eyeopener voor mij. Want hoe vond hij de persoonsvorm? “GOED.” Natuurlijk had ik moeten vragen: Hoe vind je de persoonsvorm in een zin? Dan had ik waarschijnlijk een ander antwoord gekregen.
De leerling haalde overigens een 8,6 voor zijn repetitie, dus hij wist die persoonsvorm prima te vinden. Mijn man en ik kunnen hier nog steeds hard om lachen. Wanneer een van ons iets kwijt is, zeggen we steevast: "Het ligt vast naast de persoonsvorm." Want die staat altijd op de juiste plek!