De nieuwe resultaten van de Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS 2023) zijn eind december 2024 gepubliceerd. Dit vierjaarlijkse onderzoek vergelijkt de reken- en zaakonderwijsprestaties van groep 6-leerlingen uit ruim zestig landen.
Hoewel Nederlandse basisschoolleerlingen gemiddeld nog altijd bovengemiddeld scoren, blijkt uit de rapportage dat de rekenresultaten sinds de vorige meting (TIMSS 2019) licht zijn gedaald. Onderwijsdeskundigen waarschuwen dat de achterblijvende groei en de toename van rekenzwakke leerlingen reden tot zorg zijn.
Resultaten in een notendop
Het internationale TIMSS-gemiddelde ligt op 500 punten, waarbij elk land hoger of lager kan uitvallen. De Nederlandse leerlingen scoren dit jaar volgens de nieuwe
TIMSS-data rond de 525 punten – een fractie lager dan de circa 530 punten in 2019. In vergelijking met veel buurlanden staan we nog altijd in de bovenmoot, maar de kloof met landen als Singapore en Estland is groter geworden. Zij laten al jaren een stijgende trend zien, terwijl Nederland stilaan zakt.
Als we kijken naar de prestaties in de afgelopen tien jaar, zien we een afname van zo’n vijf tot tien punten is de conclusie van ook de Universiteit Twente, die betrokken is bij het Nederlandse deel van TIMSS. Dat lijkt misschien niet veel, maar over meerdere meetmomenten zie je een structurele daling.
Corona-effecten en achterblijvers
De publicatie van TIMSS 2023 is de eerste grote internationale meting sinds de coronajaren. Tijdens de lockdowns in 2020 en 2021 lag het onderwijs grotendeels stil of werd versneld gedigitaliseerd. Waar sommige landen flink investeerden in extra begeleiding en een herzien curriculum, bood Nederland vooral tijdelijke inhaalprogramma’s via het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). De groep zwakkere rekenaars groeit, dat mag duidelijk zijn. TIMSS laat zien dat er meer leerlingen dan voorheen op of onder het minimale referentieniveau rekenen. De topgroep, kinderen die uitblinken in rekenen, blijft redelijk stabiel. De middengroep lijkt wat weg te zakken.
Realistisch versus traditioneel rekenen
In de TIMSS-vragenlijst, die naast de toets wordt afgenomen, geven scholen en docenten aan hoe zij hun rekenonderwijs vormgeven. De discussie tussen realistisch en traditioneel rekenonderwijs krijgt hierdoor opnieuw voeding. Sommige experts pleiten voor meer aandacht voor het automatiseren van de basis; anderen benadrukken het belang van context en probleemoplossend denken.
Internationale vergelijking
Dat Nederland nog altijd boven het internationale gemiddelde scoort, betekent in de praktijk dat er niet ‘slechter’ gepresteerd wordt dan in veel andere landen. Toch geeft de dalende trend aanleiding tot zelfreflectie.
Opvallend is ook de zorgwekkende achteruitgang in de prestaties van Vlaamse leerlingen in het vierde leerjaar voor zowel wiskunde als wetenschappen. Vlaanderen is sinds 2015 internationaal de sterkste daler en staat nu op de 24e plaats voor wiskunde en onderaan het Europese klassement voor wetenschappen. Deze daling is opmerkelijk, vooral gezien het feit dat Vlaanderen in het verleden bekendstond om zijn sterke onderwijsprestaties. Het aandeel leerlingen dat het basisniveau niet haalt, is toegenomen, terwijl het aantal toppresteerders is afgenomen. Deze trend roept vragen op over de effectiviteit van het huidige onderwijsbeleid en de implementatie ervan.
In Nederland daarentegen blijven de prestaties van leerlingen in groep 6 voor rekenen en natuurwetenschappen stabiel. Het rekenniveau is de afgelopen twintig jaar nauwelijks veranderd, en de prestaties in natuurwetenschappen zijn vergelijkbaar met die van 2015 en 2019.
Het contrast tussen Vlaanderen en Nederland suggereert dat beleidskeuzes en onderwijsmethoden een significante rol spelen in de leerresultaten. Terwijl Nederland erin slaagt een stabiel prestatieniveau te handhaven, kampt Vlaanderen met een neerwaartse trend. Deze situatie benadrukt de noodzaak voor Vlaanderen om kritisch te reflecteren op zijn onderwijsbeleid en -praktijken.
Een diepgaande analyse van de factoren die bijdragen aan deze daling is essentieel. Mogelijke oorzaken kunnen liggen in curriculuminhoud, leermethoden, lerarenopleiding en sociaaleconomische factoren. Het is cruciaal dat beleidsmakers, onderwijsprofessionals en andere belanghebbenden samenwerken om effectieve strategieën te ontwikkelen die de onderwijskwaliteit verbeteren en de neerwaartse trend keren.
Landen als Polen, Ierland en Noorwegen tonen een gestage opwaartse beweging in TIMSS, mede door structurele investeringen in lerarenopleiding, differentiatie in de klas en een stabiel onderwijsbeleid.
Aanbevelingen en vervolg
De onderzoekers achter TIMSS Nederland pleiten in hun rapport voor een duidelijker rekenbeleid, met name rond:
1. Differentiatie in de klas: leerlingen met achterstanden eerder signaleren en intensief ondersteunen. Opnieuw een bevestiging dat de remedial teacher hier een belangrijke taak heeft.
2. Focus op basisvaardigheden: voldoende tijd besteden aan herhalen en automatiseren, zonder de verbinding met realistische contexten te verliezen.
3. Professionalisering van leerkrachten: bij- en nascholing, zodat ze sterk staan in zowel didactische kennis als klassenmanagement bij heterogene groepen.
4. Evaluatie van digitale leermiddelen: digitale tools kunnen helpen, maar moeten goed worden ingezet en begeleid door leerkracht.
Vanuit het ministerie van Onderwijs is er nog geen uitgebreide reactie op de TIMSS-resultaten. Een woordvoerder laat weten dat men ‘de bevindingen serieus neemt’ en dat de Staat van het Onderwijs (waar we als redactie van TvRT ook aanwezig zijn en over publiceren) ingaat op ‘passende maatregelen’.
Blik op de toekomst
De volgende TIMSS-meting vindt over vier jaar plaats, in 2027. De hoop is dat Nederland de neerwaartse trend kan keren. Ondertussen kijken onderzoekers ook uit naar nationale peilingen, zoals Peil.Rekenen-wiskunde, die de resultaten van groep 8 in kaart brengen, en naar de invoering van de nieuwe Doorstroomtoets, waar al met een kritisch oog naar gekeken wordt. Al deze metingen zullen meer inzicht geven in de vraag of het rekenonderwijs zich weet aan te passen aan de veranderende onderwijswereld – en of de ingezette maatregelen daadwerkelijk effect hebben.
‘Nederland moet sterker inzetten op kwaliteit van rekenonderwijs en de ondersteuning van leerlingen. Anders kan de kloof met koplopers verder groeien’
• TIMSS (Trends in International Mathematics and Science Study) is een internationaal vergelijkend onderzoek dat iedere vier jaar plaatsvindt onder leerlingen in groep 6 (grade 4) en soms ook onder hogere groepen. De IEA (International Association for the Evaluation of Educational Achievement) coördineert de studie.
• De Nederlandse uitkomsten worden meestal door een consortium van universiteiten en SLO (Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling) onderzocht en gerapporteerd.
• Eerdere TIMSS-resultaten lieten zien dat Nederland ten opzichte van veel landen bovengemiddeld scoort, maar dat de trend sinds ongeveer 2011 langzaam dalend is.