U bent hier:

Tieners, schermen en smartphones: wat zegt de wetenschap?

Achtergrond

De digitalisering van de samenleving heeft geleid tot een enorme toename van smartphones en sociale media in het dagelijks leven van tieners. Terwijl roken en alcoholgebruik voor minderjarigen strikt gereguleerd zijn, is de toegang tot sociale media vrijwel onbeperkt. Dit roept de vraag op in hoeverre sociale media en schermgebruik invloed hebben op de mentale gezondheid en ontwikkeling van jongeren. Tijdschrift voor Remedial Teaching belicht  recente wetenschappelijke inzichten en zoomt in op zowel de risico’s als de kansen van digitale media voor leerlingen.

Schermtijd en mentale gezondheid

Verschillende onderzoeken hebben geprobeerd de relatie tussen schermtijd en mentale gezondheid van jongeren te achterhalen. Een van de belangrijkste uitdagingen bij dit onderzoek is de afhankelijkheid van zelfrapportage. Jongeren hebben vaak moeite om accuraat in te schatten hoeveel tijd ze daadwerkelijk op hun telefoon of andere schermen doorbrengen. Studies tonen aan dat zelfgerapporteerde schermtijd systematisch wordt onderschat, wat de betrouwbaarheid van conclusies bemoeilijkt (Kaye et al., 2020).

Daarnaast is het belangrijk om onderscheid te maken tussen verschillende soorten schermgebruik. Niet alle schermtijd heeft dezelfde impact op de mentale gezondheid. Terwijl passieve consumptie, zoals eindeloos scrollen op sociale media of binge-watching, vaker in verband wordt gebracht met negatieve psychologische effecten, kunnen interactieve vormen van schermgebruik, zoals educatieve applicaties en sociale verbondenheid via digitale platforms, in sommige gevallen juist gunstig zijn (Orben et al., 2019).

Een longitudinale studie van Przybylski et al. (2020) toont aan dat pas bij meer dan 4 à 5 uur schermtijd per dag significante negatieve effecten optreden op het psychosociale functioneren van tieners. Voor deze grens vonden de onderzoekers weinig tot geen nadelige effecten. Dit suggereert dat gematigd schermgebruik niet per definitie schadelijk is en dat de context van het gebruik een bepalende factor is. Bovendien blijkt uit deze studie dat niet de totale schermtijd, maar de manier waarop jongeren digitale media gebruiken en de inhoud waaraan zij worden blootgesteld, een grotere rol spelen in hun psychologisch welzijn.

Andere recente onderzoeken bevestigen deze bevindingen. Zo ontdekten Valkenburg et al. (2023) dat de negatieve effecten van schermgebruik niet universeel zijn, maar afhangen van individuele verschillen tussen jongeren, zoals hun mentale weerbaarheid en sociale omgeving. Sommige jongeren ervaren aanzienlijke negatieve effecten, terwijl anderen baat hebben bij digitale interacties, bijvoorbeeld door toegang tot ondersteunende online gemeenschappen.

Slaap en schermgebruik

Slaaptekort wordt vaak in verband gebracht met overmatig schermgebruik. Ouders maken zich hier zorgen over en stellen regels zoals een verbod op schermgebruik voor het slapengaan. Echter, een studie van Orben & Przybylski (2020) suggereert dat het effect van schermgebruik op slaap relatief klein is: elk uur extra schermtijd per dag vermindert de slaapduur met slechts 9 minuten op doordeweekse dagen en 3 minuten in het weekend. Bovendien bleek schermgebruik in de 30 minuten voor het slapengaan slechts tot een vermindering van 1 minuut slaap te leiden. Dit wijst erop dat andere factoren, zoals stress en sociale druk, mogelijk een grotere rol spelen bij slaapproblemen dan schermgebruik op zich.

Recent onderzoek suggereert echter dat blootstelling aan blauw licht van schermen de melatonineproductie onderdrukt, wat de slaapkwaliteit kan verminderen (Chang et al., 2015). Dit effect is vooral uitgesproken bij adolescenten, wiens biologische klok gevoeliger is voor lichtprikkels in de avond. Blauw licht onderdrukt de productie van melatonine, het hormoon dat verantwoordelijk is voor het reguleren van het slaap-waakritme. Hierdoor kan het inslapen worden vertraagd en de kwaliteit van de slaap worden aangetast.

Een andere studie van Foster & Kreitzman (2022) benadrukt tevens dat het beperken van blootstelling aan blauw licht in de avonduren een effectieve strategie is om de slaapkwaliteit te verbeteren. Praktische maatregelen omvatten het gebruik van blauwlichtfilters op apparaten, het beperken van schermgebruik in de laatste uren voor het slapengaan en het stimuleren van alternatieve activiteiten zoals lezen of ontspanningsoefeningen. Een studie uitgevoerd door het RIVM in samenwerking met het Amsterdam Medisch Centrum, het Nederlands Herseninstituut en Lifelines, heeft aangetoond dat 83% van de adolescenten (13-18 jaar) dagelijks een scherm gebruikt in de avonduren. Deze frequentie en de duur van het schermgebruik zijn significant geassocieerd met slaapklachten, zoals later in slaap vallen, kortere slaapduur en 's nachts wakker worden. Adolescenten die dagelijks schermen gebruiken in het uur voor het slapengaan, slapen gemiddeld tot 40 minuten korter dan leeftijdsgenoten die minder frequent schermen gebruiken. Dit slaaptekort wordt voornamelijk veroorzaakt doordat deze jongeren later naar bed gaan. Bovendien rapporteren zij meer symptomen van slaaptekort overdag, zoals moeite om wakker te blijven. Interessant is dat deze klachten verminderden bij adolescenten die gedurende een week geen schermen gebruikten of tijdens het schermgebruik een oranje bril droegen die blauw licht blokkeert.

Deze bevindingen suggereren dus dat het beperken van blootstelling aan blauw licht in de avonduren een effectieve strategie kan zijn om de slaapkwaliteit bij adolescenten te verbeteren. Praktische maatregelen omvatten het gebruik van blauwlichtfilters op apparaten, het dragen van blauwlichtblokkerende brillen en het verminderen van schermgebruik in de uren voorafgaand aan het slapengaan. Het is echter belangrijk op te merken dat niet alle studies een direct causaal verband tussen blauw licht en slaapproblemen bevestigen.

'Het instellen van periodes waarin leerlingen bewust offline gaan helpt om de afhankelijkheid van schermen te verminderen'

Sommige onderzoeken suggereren dat andere factoren, zoals de cognitieve stimulatie door schermgebruik of het uitstellen van bedtijd door boeiende online activiteiten, eveneens bijdragen aan slaapklachten. Daarom is het raadzaam om een holistische benadering te hanteren bij het adresseren van slaapproblemen gerelateerd aan schermgebruik, waarbij zowel de kwantiteit en kwaliteit van schermtijd als de inhoud en timing van het gebruik in overweging worden genomen.

Strategieën voor onderwijsbegeleiders

In het kader van deze bevindingen kunnen onderwijsbegeleiders, zoals remedial teachers, een cruciale rol spelen in het bevorderen van gezond schermgebruik onder leerlingen. Door educatie en bewustwording kunnen zij leerlingen informeren over de potentiële impact van schermgebruik en blootstelling aan blauw licht op slaap en algehele gezondheid. Het implementeren van schoolbrede programma's die gezonde digitale gewoonten promoten, zoals het instellen van schermvrije periodes voor het slapengaan en het aanmoedigen van alternatieve ontspanningsactiviteiten, kan bijdragen aan het welzijn en de academische prestaties van leerlingen.

Enkele verschillende strategieën die bewezen effectief zijn:

Bewustwording creëren

Onderwijsbegeleiders kunnen leerlingen helpen inzicht te krijgen in hun schermgebruik door middel van educatieve programma’s en gesprekken. Door leerlingen te laten bijhouden hoeveel tijd ze dagelijks op hun telefoon besteden en hier gezamenlijk op te reflecteren, kunnen patronen in kaart worden gebracht. Daarnaast kunnen voorlichtingssessies georganiseerd worden waarin de impact van schermgebruik op concentratie, slaap en mentale gezondheid wordt uitgelegd aan de hand van recente onderzoeken.

Digitale detox-sessies

Het instellen van periodes waarin leerlingen bewust offline gaan, kan helpen om de afhankelijkheid van schermen te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld door gezamenlijke digitale detox-uitdagingen waarin leerlingen en docenten een bepaalde periode zonder smartphones doorbrengen. Onderzoek toont aan dat een tijdelijke stop in smartphonegebruik al kan leiden tot verhoogde concentratie en een verbeterd welzijn (Brown et al., 2021).

Schermvrije zones en tijden

Een effectieve aanpak is het creëren van specifieke schermvrije zones, zoals in klaslokalen of bibliotheken, en het instellen van schermvrije tijden, bijvoorbeeld tijdens maaltijden of pauzes. Dit helpt bij het ontwikkelen van gezondere gewoonten rondom schermgebruik en stimuleert meer sociale interactie.

Alternatieve activiteiten aanbieden

Om schermtijd te verminderen, kunnen onderwijsbegeleiders alternatieve vormen van ontspanning introduceren. denk hierbij aan sport, kunst, muziek en mindfulness-oefeningen. door leerlingen te laten ervaren dat er waardevolle alternatieven zijn voor digitale media, kunnen ze gemakkelijker overstappen naar activiteiten die hun welzijn bevorderen.

Ouderbetrokkenheid stimuleren

Ouders spelen een cruciale rol in het reguleren van schermtijd. Onderwijsprofessionals zoals remedial teachers kunnen ouders ondersteunen door hen te voorzien van informatie en handvatten om schermgebruik thuis te beheren. dit kan door middel van ouderavonden waarin wetenschappelijke inzichten over schermgebruik en effectieve opvoedstrategieën worden gedeeld.

Digitale geletterdheid bevorderen

Naast regulering is het essentieel om jongeren bewust en kritisch te leren omgaan met digitale media. Onderwijsbegeleiders kunnen lessen integreren over de werking van algoritmes, de gevaren van desinformatie en de psychologische effecten van sociale media. Door hen mediawijsheid bij te brengen, worden jongeren weerbaarder tegen de negatieve impact van online platforms.