U bent hier:

Zin in lezen! 33/5

Lezen

Veel mensen geven - of krijgen - met Kerst graag een mooi boek cadeau. Dat sluit goed aan bij de sfeer van het kerstfeest: samenzijn, elkaar verwennen en stilstaan bij de belangrijke dingen in het leven. De decembermaand die bol staat van tradities is hét moment om de schijnwerpers te richten op enkele klassiekers uit de jeugdliteratuur. Klassiekers bespreken betekent kiezen, want er is zo veel moois. Voor deze rubriek kozen we voor titels waarvan nog recent een herdruk verschenen is.

Lewis Carroll (tekst), Sofia Engelsman (vertaling) en Floor Rieder (illustraties). Gottmer.

Dit verhaal uit 1865 ontstond als vertelling voor de dochters van een collega van Carroll. Alice gaat achter een wit konijn met een zakhorloge aan, valt in een gat en dan volgt een opeenstapeling van wonderlijke ontmoetingen en gebeurtenissen. De kracht van het verhaal zit hem in de vele woordspelingen en mooie taalspelletjes. Zo is er een muis die Alice helpt opdrogen door haar een lesje geschiedenis te geven: hij vertelt haar de droogste stof die hij kent. Tijdens de theevisite bij de Maartse haas gaat het gesprek over zeggen wat je bedoelt. Is dat nou wel hetzelfde als bedoelen wat je zegt? Zo valt Alice van de ene in de andere ontmoeting die haar doet twijfelen aan de werkelijkheid en haar eigen identiteit. Maar met gevatte antwoorden houdt ze dapper stand, om uiteindelijk wakker te worden en haar zus te vertellen over haar wonderlijke droom. Alice beleeft meer avonturen in Alice in Spiegelland, ook opgenomen in het boek.

J.M. Barrie (tekst), Esther Ottens (vertaling) en Floor Rieder (illustraties). Gottmer.

Ook deze klassieker uit 1911 kreeg nieuwe illustraties van Floor Rieder. Die geven het verhaal een heel nieuwe uitstraling. Met een beperkt kleurenpalet schetst ze de fantasiewereld van Peter Pan, die een extra vleugje magie krijgt door het gebruik van een haast fluorescerend groen tegen een donkere achtergrond. Wendy staat aan de vooravond van een volwassen leven als ze verrast wordt door Peter Pan. Hij neemt haar mee op een avontuur vol magie om haar de kracht van spelen en fantasie te laten zien

WAT IS DAT EIGENLIJK, EEN KLASSIEKER?

Iedereen heeft wel een idee wat er met een klassieker uit de jeugdliteratuur bedoeld wordt, en tegelijkertijd zijn er geen vastomlijnde criteria voor te geven. Over het algemeen gaat het om boeken die veelvuldig herdrukt zijn en gedurende een lange periode populair geweest zijn. Maar wat is lang? Het verhaal over de vrekkige Scrooge werd voor het eerst uitgegeven in 1843 terwijl het eerste verhaal over Kikker en Pad gepubliceerd werd in 1970. En bijvoorbeeld Lampje van Annet Schaap uit 2017 wordt nu al door velen beschouwd als een moderne klassieker. Het belangrijkste kenmerk van een klassieker is de tijdloosheid. Het zijn stuk voor stuk verhalen die een universele boodschap in zich dragen die voor lezers van alle tijden herkenbaar is. Vriendschap, identiteit, mededogen, zorgzaamheid: verpakt in allerlei verschillende vormen, maar in elke klassieker zul je dergelijke waarden terugvinden. Een klassieker is niet per sé een boek van hoge literaire kwaliteit. En welke klassiekers je aanspreken is natuurlijk een kwestie van smaak. De meeste mensen hebben ook persoonlijke klassiekers: boeken die voor jou een speciale waarde hebben en houden. Denk er eens over na: wat is jouw klassieker en waarom?

BRIEVEN AAN MIYO

Martin Bootsma (tekst). Telos Uitgevers. In dit brievenboek vertelt Martin Bootsma met veel bevlogenheid over de waarde van het lezen van klassiekers met leerlingen.

Arnold Lobel (tekst en illustraties) en Ed leeflang, A.G. van Melle, W.J. van Melle-Meijer en Ank van Wijngaarden (vertaling). Ploegsma.

In de verhalen over de vrienden Kikker en Pad tovert Lobel kleine gebeurtenissen – een verloren knoop, het planten van zaadjes – om tot prachtige avonturen. Kikker is de optimist van de twee, Pad is een wat mopperende tobber. Ze vullen elkaar prima aan. Ook de verhalen in deze bundel zijn in evenwicht. Ze gaan zowel over samen plezier maken en genieten als over ergernis of de behoefte om alleen te zijn. Lobel schreef in de jaren ’70 over tijdloze thema’s die ook kinderen (en volwassenen) van de eenentwintigste eeuw aanspreken. De verhalen zijn geschreven in korte zinnen in een directe stijl. Ze zijn daardoor ook heel geschikt om zelf te lezen.

Charles Dickens (tekst), Diederik van Vleuten (vertaling en bewerking) en diverse illustratoren. Hoogland & van Klaveren.

Het verhaal van Scrooge, de ongelooflijke vrek die zich niet bekommerd om de armoede en narigheid om hem heen, wordt in dit boek verteld in een verkorte versie, die zich goed leent om voor te lezen. Het oorspronkelijke verhaal, A Christmas Carol, verscheen in 1843. In deze versie is de context van die tijd behouden. Op kerstavond wordt Scrooge bezocht door drie geesten die hem confronteren met de gevolgen van zijn gedrag en hem laten inzien dat hij een keus heeft. Ook wordt duidelijk hoe het komt dat Scrooge zo’n nare man is geworden, waardoor je toch sympathie voor hem kan voelen. Bijzonder aan deze uitgave is dat de paginagrote illustraties door achttien verschillende toonaangevende illustratoren gemaakt zijn.

Antoine de Saint-Exupéry (tekst en illustraties) en Peter van Muiswinkel (vertaling). Ad. Donker.

De kleine prins is uit het heelal gevallen en op aarde in de woestijn terecht gekomen. Daar komt de verteller, die met zijn vliegtuig neergestort is (de Saint-Exupéry was piloot), hem tegen. De kleine prins woont op een asteroïde, waar zijn belangrijkste taak was het verzorgen van de enige bloem die er groeit. Hij is op reis gegaan langs andere planeten en kwam daar allerlei volwassenen tegen die de hele dag maar druk zijn met ogenschijnlijk belangrijke zaken (zoals regeren en bezitten). Nu is de kleine prins op aarde terecht gekomen en verwondert zich over de eigenaardigheden van de grote mensen. En hij mist zijn bloem! Uit weer nieuwe ontmoetingen leert hij lessen over liefde en vriendschap en dan weet hij wat hem te doen staat.