U bent hier:

Interview Marion Vliegenthart PO Magazine

MARION VLIEGENTHART (LBRT) OVER SLEUTELROL VOOR REMEDIAL TEACHER

‘Remedial teaching verdient een plek op school’

Sinds december 2019 zwaait Marion Vliegenthart de scepter over de Landelijke Beroepsvereniging Remedial Teachers (LBRT), die volgend jaar dertig jaar bestaat. Hoe heeft het vak van remedial teacher zich volgens de nieuwe directeur ontwikkeld en wat is de positie van de remedial teacher binnen het passend onderwijs?

De oorsprong van remedial teaching – letterlijk: herstellend leren – ligt volgens Vliegent-hart in het Verenigd Koninkrijk. ‘Het is aan het eind van de negentiende eeuw ontstaan en pas na de Tweede Wereldoorlog in ons land geïntroduceerd door Wilhelmina Bladergroen, de eerste hoogleraar orthopedagogiek van de Universiteit Groningen.’ Een RT’er wordt anno 2020 geacht drie dingen te doen, aldus Vliegenthart. ‘Hij doet allereerst onderzoek bij het kind naar didactische, pedagogische en sociale aspecten om te kunnen vaststellen wat het leerprobleem is. Daarop schrijft hij een handelingsplan, dat hij vervolgens zelf uitvoert en voortdurend evalueert en indien nodig bijstuurt. Zijn interventie is niet alleen gericht op het leren zelf maar ook op motivatie. Zonder motivatie kom je niet tot leren. Verder is de interventie tijdelijk; het streven is dat de leerling weer aansluit bij de gewone leerlijn. De remedial teacher werkt met de leerkracht samen in een educatief partnerschap. De RT’er geeft dan ook niet alleen handvatten aan de leerling, maar ook aan de leerkracht en de ouder(s).’

ONMOGELIJKE OPDRACHT

Op een gegeven moment kwam er aandacht voor professionalisering van de remedial teacher. Het werd beschouwd als een vak apart waarvoor je eerst de Pabo moest doen en daarna een master, veelal in een specialisme zoals taalproblemen óf rekenproblemen. Vliegenthart: ‘Toen kwam in 2014 de Wet passend onderwijs. Daarin werd vastgelegd dat de leraar de regisseur werd van het leerproces van alle kinderen in de klas. Daarmee is de leerkracht in mijn ogen opgezadeld met een onmogelijke opdracht. Dat ieder kind recht heeft op een plek op een school tussen andere kinderen, daar is vrijwel iedereen het mee eens. Maar je kunt onmogelijk van een leerkracht verwachten dat hij aan de behoeften van al die kinderen kan voldoen.

Die heeft daarbij ondersteuning nodig. Er is weliswaar meer differentiatie gekomen – denk aan instructie op drie niveaus en aanvullende arrangementen voor hoogbegaafden – maar een leerkracht kan nooit in zijn eentje voorzien in de leerbehoeften van dertig kinderen. Er is onvoldoende ingeschat dat deze opzet veel meer zou vragen van de leerkrachten. Dat geeft druk – die nog eens wordt vergroot door het lerarentekort. Niet voor niets is het percentage burn-outklachten onder leerkrachten 24 procent. Bizar hoog.’

GEEN PLEK IN CURRICULUM PABO

Het zou wellicht helpen als leerkrachten meer geschoold zouden zijn in de aanpak van leerproblemen en dat in het curriculum van de Pabo’s daar ruime aandacht voor is. Volgens Vliegenthart is dat niet het geval. ‘Pabo’s bieden vooral facultatieve modules over leerproblemen aan, als onderdeel van een minor, dus niet structureel ingebed in het curriculum. Best merkwaardig, toch? Mij lijkt dat in het kader van het passend onderwijs elke leerkracht zou moeten weten hoe om te gaan met leerproblemen. Aan de andere kant: het vak van leraar is door het passend onderwijs bijzonder moeilijk en veeleisend geworden. Je zou ook kunnen zeggen: ieder zijn vak.’

Dat remedial teachers kunnen helpen de werkdruk van leerkrachten te ver-lagen staat voor Vliegenthart als een paal boven water. ‘RT’ers kunnen leerkrachten ondersteunen en werk uit handen nemen, zodat we met zijn allen passend onderwijs kunnen bieden. Maar dan moet onze expertise wel beter worden benut. Schoolbesturen zetten nu bij leerproblemen vaak onderwijsassistenten in, maar die zijn niet opgeleid om leerproblemen te onderzoeken, daar een plan op te schrijven en vervolgens zowel de leerling als de leerkracht te coachen. Je kunt beter de onderwijsassistent een uur voor de klas zetten en zo de leraar vrijspelen om met de leerling aan de leerproblemen te werken.’

Verder lezen? klik op PDF